Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendCXVII. (Aan mejuffrouw Schiere, Harlingen.)Heele Lieve!
Ziekte, zwakte, & des in beter omstandigheden meerder te schryven - kunnen zy my by myne lieve Schiere niet excuseeren, dat ik haaren welkomen Texelschen brief wel ontfangen brief niet hebbe beantwoord? Myn hart is voor u zo als gy het liet; trouwens zo gy daaraan twyfelde, dan zoudt gy geen belang in my als uwe vriendin kunnen stellen. Wy zyn reeds 2 April naar Buiten gegaan zo ziek & verzwakt dat ik met een koets met vier paarden stapvoets gekomen ben; & zo ik geen nieuw aller lastigst ontstaande inwendige verzwakking gekregen had, ik denk dat ik ook beter zyn zoude. Dit toeval laat zich in geen brief melden. Ik ben er niet wel aan, maar gy weet myne stelling: alles wat God zo wil is best. | |
[pagina 270]
| |
De tyding die gy my in vertrouwen meld wierd ons door Maartje voorleden week vertelt, terwyl zy zich zeer verwonderde dat ik daar niets van wist, want gy hielt zo veel van my, zeide zy, dat zij er uit was. Ik zeide er niets van te weten; & nu ik het weet zal ik aan uw verzoek trouw voldoen. Trouw, heele Lieve, zo het een braave jongen is, die u behaagd & God zal uw voornemen met goedkeurende zegen bekroonen. Ik ben te veel de vriendin der schoone Natuur om niet sterk voor het Huwlyk te ieveren - niet voor my zelf, dat bleek; 8 jaar weduw! nooit weer van datte myn kind; doch jonge gezonde menschen moeten trouwen, als er maar grond is tot een gelukkig leven. Waarlyk meid lief het zal u schoon bevallen & ik hoop u nog eens hier te zien met uw man & een aartig Friesch boertje op den arm. Groet uwe lieve vriendin & schryf my altoos hoe zy het heeft. Myne eenige is nog ongelukkiger dan ooit, hoewel zy voor een koninglyke schat van hem ontslagen is. Jansje is al wat ik begeer; hielt zy maar wat minder van my, maar op dat punt is zy gek; ik ben haar moeder, haar kind, haar alles, alles & als ik ziek ben kryt zy zich tot water; hoe dartel & vrolyk zy anders is. Zy groet u zo wel als Aagie & Dutje hartelyk. Zo doe ik ook uwe lieve zuster & de overige Familie. Ik zit in myn Rieten huisje onder het gezang van nagtegalen & ander gevogelte, 't welk gy u nu wel zult kunnen voorstellen. Onze lieve ouwe Grootje & ons Trysje zyn elkander schielyk gevolgt. MignonGa naar voetnoot1 is wel & myn sportchaisje is om het te steelen zo keurlyk gemaakt, ik zit er net in als in een Tuinbankje & ry met sneeuwwitte lyzels & zweepje. Alles na myn lyf gemaakt, wil ik spreken. WimpieGa naar voetnoot2 gaat hier nevens, waard gy hier ik zou u het 5de & veel van het 6de deel laaten lezen, nu moet gy wagten tot het afgedrukt is. Groet alle lieve Friesche meisjes die zin aan myn jongen hebben & zeg dat ik aan elk een Wim toewensch: adieu | |
[pagina 271]
| |
myn heele Lieve, ik omhels u zo met myn geheele hart - zo als gy weet dat ik enkelde menschen die ik liefheb omhels & teken my Uw Wolfje.
Lommerlust, 23 April 1785.
P.S. Schryf veel & spoedig & denk nooit dat gy aan iemand schryft die het niet verdient. |