Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendCXV. (Aan den heer Agge Roskam Kool, Beverwijk.)Ga naar voetnoot1Geachte Vriend! Lieve Vader!
De slag is daar - de Almagt heeft gewenkt en op deze wenk wierd haar dierbaarst gewrocht op deze beneden waereld, een voorwerp van hare bizondere zorge, wierd verwaardigt met hare nadere gemeenschap, en ruste na zeer veel vermoeyenissen zalig uyt, in de schuylplaats des Allerhoogsten en vernacht onder de schaduwe des Algoede; terwyl de stem van den gezegenden Godsdienst zich by het sluiten des somberen grafs verhief, die alle die haar dierbaar waren toeriep, myn insteller leeft en zy zal leeven.Ga naar voetnoot2 Deze slag myn Vader geschiede niet om haar, zy ondervind die zalige waarheid, maar om een schreienden Echtgenoote en zuchtende Broeders en Susters, om eene met plicht en recht worstelenden Vader om hun leed in zagte tranen lucht gevende vrienden, vriendinnen en bloedverwanten. Ja onze Vriend, onze dooden zullen leeven, ook uwe dooden zullen leeven! | |
[pagina 268]
| |
Zij leeven reeds, zij leeven allen Godes, zij zullen opstaan tot een leeven van meerdere loutering, meerder vatbaarheid voor waare Rechtschapenheid en dus ook voor waar geluk. Zouden de geesten der afgestorvene slapen? Eeuwen voorbijgaan, zonder dat de met zooveel vermogens uitgeruste zielen eenig nut in het Ryk van God deden? neen, niet slapen, werken; de Eeuwige Geest werkt altoos! Mogelyk volvoert uwe zalige overledene vrouw, niet meer door een swak lichaam gedrukt, het plan harer opvoeding omtrent die kinderen die haar nu veel verder zyn dan in dit leeven, volkomener, of zou het vormen van zyn eigen kinderen, tot deugd en geluk aan een ontbonden vrye geest eene te onwaardige bezigheid zyn? men plaatse dit gevoelen onder de classe der gissingen, nooit verdient het een plaats onder die der dwepery; dan, wat hier ook van zy, dit is zeker: uw dochter is kennis, deugd en gelukzaligheid nu oneindig nader, dan zy hier immer worden kon, dit maakt een inmengsel van vreugde in den kelk der droefheid, hetwelk in staat is om die met een ‘Uwen wil geschiede’ uit de Hand der Voorzienigheid te ontvangen. Wy weten, door Leed beproefde Man, dat dit de taal van uw Hart was by het ontvangen des Briefs, die u het afsterven uwer jongste dochter bekend maakte, deze brief is dus alleen een bewijs van het Hartelyk deel hetwelk wy nemen in alles wat u betreft; kan hy hiervan verzekeren, dan weet gy dat het geen ydel compliment is wanneer wy ons tekenen
UEWE. oprechte Vriendinnen en Vriend
Het huisgezin van Nissen en Lommerlust.
Amsterdam, 14 Februari 1785.
P.S. Verzoeke de inliggende aan zyn adres te bezorgen. |
|