Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekend
[pagina 266]
| |
CXIV. (Aan Mejuffrouw C. Schiere.)Adres bij den heer A. Wenzel Commissaris op het eiland Texel. Heele Lieve!
Nooit vergeet ik u, altoos wensch ik u weder te zien, maar ik heb waarlyk geen tyd om te schryven. Gy weet wel Beste dat ik niet pedant ben; evenwel ik moet het ter myner verschooning zeggen, Wim neemt al myn tyd, er leggen twee deelen voor u gereed doch hoe krygt gy die met het besloten water? Uw lieve Brief heeft my zeer behaagt & zo ik niet te veel verg vervat het dan dikwyls. Besluit nooit, dat ik min teder, min hartelyk aan u denk, dan toen gy in myn Rieten huisje by my zat; neen, ik ben altoos dezelfde voor u, maar kan den tyd niet uitvinden om het u te zeggen. Ik schaam my u zo weinig Letters te stuuren die de schelling port niet waardig zyn kunnen. Wy allen zyn redelyk wel. Uwe Jansje is geheel vertakelt & ziet er uit als een Beeld zo schoon. Van haar goedaartigheid & verstand kan ik niet genoeg zeggen, & haare gehechtheid aan my kent geene paalen. Wat ben ik gelukkig met zo een lief dankbaar meisje, ik bemin haar als myn eigen kind. Chris en zy leven als broer & zuster & DutjeGa naar voetnoot1 schynt wel de oudste van alle drie. Cris zei van daag tegen my. Maatje, Jansje leeft net met my als met de grooten Caro (gy weet zo hiet het kalf van een stal hond) hoe vind je die uitdrukking? Onze ouwe Nelli is eindelyk aan een langzaam verval van kragten gestorven, & plegtig ter aarde besteld. Ouwe grootje is hem spoedig gevolgd, beiden hoop ik zyn in hunne kringen gelukkig. Dutje is nog frisch & gezond, & wy allen zo als vooren - vreedig & huiselyk byeen. Nu heele Lieve schryf toch zo dikwyls gy my een byzonder plaisir doen wilt & zulks in uw magt hebt. Speel | |
[pagina 267]
| |
braaf huishoudstertje & leer in voorraad u in eene zwaare huishouwing te gedragen, opdat gy wat meer onder de middelen zoud kunnen komen als Tante Martha. Wy allen groeten u elk zo al in zyne betrekking, maar ik omhels u met myn geheel hart & noem my zo als ik ben
Uw Wolfje.
24 Jan. 1785, Amst. |
|