Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendCXIII. (Aan mejuffrouw [Schiere].)Ga naar voetnoot1Heele Lieve!
Beide uwe brieven waaren my zo aangenaam dat ik eenmaal de tyd moet uitbreken om u dat te verzekeren & met een te verzoeten zulks te herhaalen, mids gy niet veel boos op my word, als ik die niet spoedig beantwoord; want gy weet, heele Lieve, dat ik een hoope drukte heb, niet zo zeer als tante Martha, met myne zwaare huishouding, & een slytagtig man, als wel om te voldoen aan het my vereerend verlangen dergenen die myne werken nog al willen lezen. Wy zyn drie weken te Amst. geweest & den 18den geretourneerd, na alvorens SaartjeGa naar voetnoot2 tot Rotterdam gebragt te hebben die reeds wel in Zeeland is aangeland. Aagie is weer in Doctors handen; doch weer beter. Jansje is het beste, liefste meisje dat ik ken & zal zo zy wat ouder word een schoon karakter krygen: als myn kind bemin ik haar & word daar voor dubbeld beloond. Ons Dutje is ook frisch & haar lieven man ook. Ouwe Nelli liep noch doch is als oude Lui zyn - dof & stuntelig. MignonGa naar voetnoot3 ziet er uit als | |
[pagina 265]
| |
een koning, zyn staart is afgehakt & hy geheel opgegnapt, alle dag ry ik met hem als 't goed weer is. Zie zo nu heb ik u van alle de vrienden iets gezegd: zo dat de Familie op Lommerlust is wel, exept Grootmoeder. Myne engelieve KopsGa naar voetnoot1 is by my geweest, meermaalen doch den laatsten keer was zy zo erg, dat zy by my in 't Rietenhuisje aan tafel zittende, wel een uur flaauw was 't geen haar in haare koets nog eens in myn arm overkwam: morgen wagt ik haar, of ga naar Wildhoef. Ik verzeker u dat gy eene dier zeer weinigen zyt, die ik hartlyk lief heb & niet vergeten zal al hoort gy zelden van my; dit is gebrek aan tyd, niets anders. Dikwyls denk ik aan onze lieve conversatie & vertrouwelyke gesprekken. Dat WimGa naar voetnoot2 u behaagt is my lief; indien gy nog eens het wanhopig besluit neemt om te trouwen, dan wensch ik u even zo een lieven hupschen gevoeligen jongen toe als Wim. Myne vriendin (u bekent) is verlieft op den colonel van Sytsama zo dat gy zult althans niet in den weg zyn. Verbruid een meisje met een ton of twintig is een geheele schat - evenwel zy zelf meer waardig dan alle koningryken der waereld. Immers voor my als vriendin. Nu ga ik u veel groetenissen doen & dan adieu. Zie daar heele Lieve een brief die geen oortje waardig is indien gy geen prys stelde op de verzekering dat ik u teder omhels in myne gedagten & my noem
Uwe waare vriendin Wolfje. Lommerlust, 1784, 24 Oct.
Geen brief zonder P.S. Groet uwe lieve zuster, ik hoop dat die beter is. Groet de heele huishouding - ook uwe vriendin. |
|