Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekend
[pagina 236]
| |
XCIII. (Aan den heer Gerrit van NymegenGa naar voetnoot1 en echtgenoote, te Rotterdam.)Ga naar voetnoot2Mynheer en Mejuffrouw!
Gisteren spraken wy den heer Doornbosch, die my zeide met eene commissie van UEd. aan ons belast te zyn; zy bestond in een herhaald verzoek, om te R[otterdam] by UEd. te komen. Ik betuig u ernstig, dat ik zeer verlegen ben over deeze uwe ons zeer vereerende attentie. Het verstandig & hartelyk genoegen, dat ik te gemoet zie in het huisselyk gezelschap met twee personen van uw beminlyk & waardig caracter, maakt my zeer genegen om uw heusch verzoek met alle volvaardigheid aan te nemen; maar, myne lieve vrienden! hoe doodelyk onmagtig zullen wy, blinkende Nietjes! gevonden worden, om op onze beurt onze erkentenis te toonen. Hoe! denkt gy niet dat het myne grootschheid veel zal kosten, te moeten zuchten onder zulk een aangenamen last ‘goedheden, die men niet vergelden kan!’ Evenwel! ja, wy komen vast; maak er staat op! wanneer? - wel, zou het niet best zyn als wy van RhynsburgGa naar voetnoot3 retourneerden? ons dunkt ja; dan zyn wy in de Buurt & hebben gezelschap; want hoe goed gy zyt, ik flateer my niet, dat gy ons tegen zult komen? | |
[pagina 237]
| |
Laat ik het niet ontveinzen! de zeilsteenige kracht der zielen hebbe ik omtrend u beiden ondervonden; ik verlang om nader kennis te maken, & den kleinen kring myner beste Vrienden uit te breiden met twee menschen, die my zo bevielen. Myn verlangen hoeft geen prikkels; maar hoorende, dat Cees van OeverenGa naar voetnoot1 zaliger nog in dit tranendal geïnquartiert is, & nog te kyken, zo doet dat geen kwaad aan de zaak. Hy & nog een origineel, zeker non-ensGa naar voetnoot2, zyn een Rotterdamsche reis waardig. O, alle gy Goden & Gratiën! wat zullen wy ons diverteeren, huisselyk diverteeren! vermaken genieten, die men, als zedelyke schepselen, wiens smaak gezuiverd is van al het grove, genieten kan! Ons hart zal lachen! ons verstand zich uitspannen, etc. maar wat is hier volmaakt? & wy zullen keurlyke traanen, die van het hart afvloeyen, traanen, die alleen de vriendschap geheiligd zyn, storten, als wy zeggen: ‘adieu Wolfje! adieu v.n.! adieu eerzame Gerrit-baas! adieu Agie, staatige matrone!’ Wy beiden groeten u & allen, die zich wel geïntentioneerd naar ons imformeeren; & ik blyve, in hoop van met een gunstig antw. vereert te worden, zoo ras mooglyk zyn zal.
Waarde lieve vrienden UEd. Ootm. Dienaresse & Vriendin
E. Bekker, wed. Wolff. Ryp, 12 July 1779.
Adres: by den heer Allard, boekverk. te Amstm. |
|