Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendLXXVIII. (Aagtje Deken aan den heer J.E. Grave.)Ja trouwe vriend, dat zag er gansch niet Balsemiek uit, zulke koortsen, doch ik ben spoedig en gelukkig gered. Ik dank u allerhartelykst voor uw present, het kwam wonder wel, maar zal er dan in der eeuwigheid geen einde aan babbelen zyn? myn vriendin hertrouwen! Wie leefd stiller en meer op zich zelf dan zy? geen | |
[pagina 221]
| |
aant.
Wij verlangen onuitspreeklyk naar u. Schryf ons dat gy spoedig koomt, lees de complimenten booven, Regel 2-3. En Ik blyve
Uw verplichte A. Deken. [26 Sept. 1777.] |
|