Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken

LXXVI. (Aan den heer J.E. Grave.)

Waardste Vrienden!

Naauwlyk zyn wy over¹ of myn lieve Deken krygt felle galkoortsen, dit stort my in nieuwe druktens & maakt dat ik in 't geheel geen tyd noch lust hebbe tot schryven. Ik verzoek dus UEd. dit nieuws

1 In Sept. 1777 zijn Betje en Aagtje van de Beemster naar de Rijp verhuisd. Zij woonden eerst tot 1780 in het huis aan de noordzijde van de Regtestraat beoosten den Dam, N. 56 en van 1780-'82 in N. 54 (thans N. 100 en 98, kadastraal bekend als sectie B N. 157 en 153). Volgens den aanslag in de verponding woonden beide vriendinnen in eerstgenoemd perceel bij zekeren Albert Teeuw: de Graaf, en in laatstgenoemd bij de Wed. Pieter Carmans in. Tegenwoordig zijn beide woningen eigendom van het Doopsgezind Weeshuis. In den gevel van pand 54 is door heeren regenten een gedenksteen aangebracht met deze inscriptie: Hier woonden Elizabeth Wolff geb. Bekker en Agatha Deken, 1780 en 1781.

[p. 219]

voor u houdt: er is geen gevaar by, maar ze is zeer ziek & benaauwt. Wy leven zo gelukkig als de aarde gedoogt waar wy op zyn. Wy beminnen u hartelyk, wy zullen u nog eens wagten zo dra Deekje beter is. Zie hier Janbroêr een Zwagerman voor je, maar voor die goeije jongen moet gy dit Pakje & deezen bf bestellen lááten. Kind dat wil je immers wel? nog wat: Playsierige kermis, & braaf Suiker te verkopen. Kus de kinderen, groet het kleine treuzeltje van een wyfje & geloof dat ik altoos ben

t.t.

Wolfje.

21 Sept. 1777, Ryp.

Hebt gy Aagies Brief, Hansje? ik denk ja. Brieven & Pakjes in de Ryperveerschuit by de Haringpakkerstooren te bestellen.