Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken

[p. 211]

LXXI. (Aan den heer J.E. Grave.)

Myn broederlyke Vriend!

Onuitdrukkelyk hebt gy my verpligt met uw bezoek: myn hart dankt u er voor, & wil dat myne pen u laat weeten dat gy altoos & overal welkom zyt. Ik heb nog geen tyding van Aagie: ik kan aan dat solo solo niet gewennen¹, & ik heb niemand liever dan haar by my. Trouwens anders waare het dwaasheid zo een plan te maaken & ter uytvoer te brengen. Ik ben geheel opgemontert door uw byzyn. Ik loop hoog met je; & ik kan er my zo by neerleggen. Ik heb van myn broêr & suster nog geen nader schryvens, mogelyk weerhoudt hen de regen; 't zy my wél, als zy maar wel zyn.

De Baron van Hoevell² aan wien den eenen hier nevens is luidende, herhaalt zyn verzoek om by hem, hy is met myn eigen nigt (Collonel Ribbers dochter) getrouwt, te komen met Pak & Zak enz.

Doch ik blyf in N.H. & wil liever zo eens, in 't vervolg te wardschip gaan; is dat niet beter overleid? zeg Jan-ever? Kistje³ vraagt of hy zyne tante voor een dag of twee belet zoude doen. Zyne ouwers zyn verlangende om wat meer te weten & ik heb geen lust tot schryven. Ik antwt. neen, als Aagie by my is; is 't niet goed zo?

Maandag namiddag heeft hier een exelent man gepreekt; ik heb in lange (sedert Wolfjes beste tyd!) zo een preek niet gehoord. 't Is een zogenaamde fyne dominé, doch 't is inderdaad een resonabel & doorkundig man. Hy is met zyn vrouw tot 8 uuren - half 9 - hier geweest & kon haast niet weg. Hy komt van Avenhorn aan 't eind der middellaan naar Hoorn toe. Denk eens aan! ik heb hem, naar oogenschyn wel gewiegt. Zyn vader stond by ons, & ik ging er dikwyls speelen. Hy is 5 jaar jonger dan ik; & nu

1 Ds. Wolff was 29 April plotseling overleden.

2 Hij was gehuwd met de dochter van Kolonel Ribbers, wiens vrouw - Juffr. Beaudrie - de zuster was van Betje Wolffs moeder, Johanna Beaudrie.

3 Joost Gerard Kist, zie den volgenden brief LXXII.

[p. 212]

spreekt hy het woord voor my (omdat ik hem gewiegt hebbe). Hy hiet Gromme.¹ Groet het kleine vrouwtje, & myn Hansje hartelyk & vraag hoeneer zy komen. Kus de drie kleinen, vooral myn vryertje, & geloof dat ik ben & altoos hoop te blyven

Uwe liefhebbende Vriendin

Weduwe Wolff.

Beemster .

1 Willem David G. was de zoon van Wilhelmus Jacobus, die van 1738-'45 als Hervormd predikant te Vlissingen stond en vervolgens naar Utrecht vertrok. Van zijn zoon, door Betje zoo geroemd, komen enkele geschriften voor in den Inventaris van boekwerken, door wijlen mijn vriend Willem van der Os aan Vlissingen gelegateerd.