Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendLXIII. (Aan den heer J.E. Grave.)Waarde & hoogstgeëerde Vriend!
Ik had my al gevleid, (want aan inbeelding mangeld het my niet, weet gy?) dat ik eenige Regelen van uwe waarde hand zoude ontvangen hebbe. Doch neen! Ik zal zien of ik niet eindelyk een Brief van u weet af te troggelen & schryven - ten derde maale. Maar wat zal ik schryven? dat ik met tedere dankbaarheid aan u bestendig denk is waar; doch niets nieuws voor u. Hoor myn Lieve Kóóker, ik ben een van die lieden die al het gewigt der erkentenis levendig gevoelt, & geen rust voor my zelf heb voor ik met daaden kan toonen dat ik op 't stuk van vriendschap heel ouwerwets denk. ô Hoeneer zie ik die aangename dagen eens weer zo als ik by u & met u sleet! Zie daar ik verlang al weer naar u allen zonder uitzondering. Wel ik moet toch heel lief zyn, want | |
[pagina 183]
| |
Professor HennertGa naar voetnoot1 & zyn Engelagtige vrouw verzoeken my al weer; dit's niet uit te staan, maar ik moet thuis blyven; want myn goeye man heeft geen gezelschap buiten my, schoon hy myn plaisir wel hartelyk gunt. Nu zend ik die Lui (naar gewoonte) een kaasje & u ook een. Ziet op myn goeye hart & zo het je smaakt - ik zal er meer voor je maken; want dat is er de klugt van. ô Wat heb ik geprofiteerd van uw Leerzaam byzyn. Ik zal u eersdaags iets zenden om er uw oordeel & verbeteringen op te ontvangen! handel my toch als een vriend die belang neemt om myn werk te verbeteren & dus zo fraai als mogelyk is te maaken! ik ben opgetogen van blydschap als ik denk dat ik zulk een vriend & die in myn smaak valt, hebbe verkregen! wy kunnen nog veel plaisir hebben & elkander nuttig zyn. Ik omhels u met de suiverste & ik mag zeggen susterlyke Liefde, my noemende
Uwe opregte & liefhebbende vriendin
Wolfje. Beemster, .
P.S. De kaas moet alle daag gekeerd worden & nog wat bewaard, hy is nog te jong gemaakt. Verzoeke adres voor zyn suster naar Utregt. |
|