Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendLII. (Aan den heer J.E. Grave, Amsterdam.)Ga naar voetnoot1Myn Heer!
Weinig dagt ik kennis te zullen maaken met den bekwaamen & door my geachten vertaaler van ‘Gellerts Liederen’! Maar nu | |
[pagina 155]
| |
word myn genoegen daar over vergroot, omdat ik my vleye u nog weleens als mynen vriend te mogen gedenken. Grootsch op de agting & genegenheid van hen, die zig door wezenlyke bekwaamheden van het gros onderscheiden, meen ik niets te verzuimen, om die van u te verkrygen. In de vriendschap is geene Sex: geen kwalyk begreepen point d'Honneur; waarom zoude ik dan wagten om te schryven tot ik een brief van u hebbe? En eischt pligt niet dat ik u & [de] uwen bedank voor de vriendelykste & gulhartigste receptie waarmede ik ooit kan vereerd worden? Hoe aangenaam is het my u schoon flaauwelyk te kunnen toonen dat ik erkentelyk ben. Ik ontveins voor zulk een redelyk man geenszins dat ik nog eene reden hebbe die myne vreugd (door u te leeren kennen veroorzaakt) in 't oneindige vermeerderd. Gy hebt zulk eene beminnelyke Suster, & die heeft my zo ingenoomen dat zy nog niet uit myne gedagten geweest is. Ik gevoel zelf dat myn hart voor haar zal spreeken indien zy de zelfde neiging voor my zal gewaar worden. Harmonie, achting & tyd kunnen alleen eene ingenomenheid van deezen aart in eene solide & deugdzame vriendschap veranderen; maar is het geheel onmogelyk dat uwe lieve Suster & ik elkander nader leeren kennen? dat denk ik niet. Hoe 't zy, nu weet zy, dat ik haar lief hebbe & hoope de zelfde zagte sentimenten in haar voor my te ontdekken. Zelden is het my gebeurt, zo, op het eerste bezoek, & conversatie met iemand te zyn ingenomen. Ik solliciteer heel sterk om het beloofde presentje voor myn orloge myn naamletters E.B. of W. ô hoe aangenaam zal het my zyn iets van haare lieve hand geduurig voor myne oogen te hebben. Groet aller vriendelykst (s.v.p.) uwe vriendelyke Huisvrouw, Mejuffr. Bag by occasie insgelyks. Leef lang, gezond, & vrolyk, gedenk myner, & geloof dat ik met byzondere agting ben
Uwe opregte & hoogagtende Vriendin & dienaresse
E. Wolff geb. Bekker. Beemster, 27 Juni 1776. |
|