Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendXXV. (Aan Mr. H. Noordkerk.)WelEdelGestrenge Heer!
Ik neeme de vryheid ons behouden arrivement aan UwelEd.Gestr. te communiceeren. Myn voorneemen om U by myn retour myne opwagting te maaken, is veriedelt door dien myn man verkoos zich niet op te houden. Hoope op gunstiger occasie, & dat UwelEd.Gestr. welvaarende moogt zyn. Het belang dat Gy wilt neemen in my, & | |
[pagina 72]
| |
de myne doet my de vryheid neemen U te melden dat ik het chagrin hebbe gehad van myn dierbaaren, liefhebbenden Vader te verlaaten zeer ziek & zwak, & met een aller pynlykst accident aan zyn voet, veroorzaakt door het Podagra; er is reeds eene insisi ingedaan voor wy vertrokken. Myn hart bloed in my als ik my verbeeld wat dien armen ouden man lyd! o myn Vriend gy weet niet hoe lief wy allen dien vader hebben, hy nam voor altoos afscheid van my,Ga naar voetnoot1 & dit alles by eengevoegt heeft my geheel ontstelt, & my gedrongen de Goudsche Party af te schryven. Kan ik my diverteren daar zulk een lieven Vader smarten lyd & mogelyk den geest geeft? ik denk te wel - myn hart is te natuurlyk om er niet afkeerig van te zyn. Ik weet wel dat ik niets voor hem doen kan; dog dat is myn schuld niet. Mynen middelsten broeder, die zo vlug als een water plagt te zyn heeft zich onlangs door een zwaaren val zo bezeert dat hy zyn bed moet houden, & een soort van teering heeft. Alles is buiten dit volmaakt gezond, & myne absentie schynt hunner aller liefde wel op te wakkeren, de myne is als altoos teder & leevend. Ik hebbe d' eere gehad UwelEd.Gestr. uit Zeeland te schryven. In Zeeland hebbe ik de meeste lieden van geboorte belang zien neemen in myne overkomst & de lieve dykgraafGa naar voetnoot2 heeft, terwyl ik uit was, myn huis zo mooy laaten maaken dat ik het bynaar niet kon, al reden van genoegen voor iemand sensible voor beleeftheden. Ik recomandeere my in uwe dierbaare Vriendschap, & tekene my met den diepsten eerbied
Uwe hoogst verpligte & ootmoedige dienaresse
Betje Wolff.
Beemster, 19 Juli 1771. |