Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendXXIII. (Aan Mr. H. Noordkerk.)WelEdelGestrenge Heer!
Ik durf zeggen dat ik te wel denke om niet gepenetreert te zyn van d' eere die my geschied door by continuatie te mogen myne papiere opwagtinge maake by Myn Heer Noordkerk. Het smart my egter zeer dat Gy u der moeyte geeft om my iets te antw. Waarlyk myn venerable vriend ik bidde geef U in zulk eene zwakheid die moeyte niet meer; ik kan geen vermaak genieten al is het ten koste myner Vrienden. Deeze eene keer (dog 't valt my weezentlyk moeylyk) moet ik echter de vryheid nog neemen UwelEd.Gestr. iets onder 't oog te houden. By myn laatste schryven heb ik de vryheid gebruikt twee stukjes Veldzangen, Jacob & Rachel, te voegen. Ik denke dat het uw zal ontgaan zyn; maar, dewyl ik er geen een Letter van hebbe, zo dien ik wel zo stout te zyn, om ze te rug te verzoeken. Indien het U des niet te veel gevergt is, zo verzoeke ik met alle onder- | |
[pagina 69]
| |
geschiktheid aan uwe verkiezing, by occasie, er eens naar te zien & my te zenden. Wat zyt gy met die stoute meid geplaagt, maar wat kan ik er aan doen, de faute is begaan & Gy hebt my zo veele stoutigheden wel willen excuseeren dat ik waarlyk zo vry moet weezen om voor deeze eene vrygeleide te verzoeken. Nog meer zwarigheden; (dog ik ben nu al te vry) ik hadt by die boeken een brief aan onzen waarden Couperus ingeslooten naar Gouda. Mag ik vraagen of hy adres heeft gekreegen? ik twyffel er aan; omdat ik geen letter antw. kryg & die vrienden schryven my promt om de 14 dagen. 't Kon echter zyn dat de Do die ik hier alle daag wagt om afscheid van my te neemen belet word & dus alle daag meenende te koomen belet zynde uitstelt het ingeslootene te restitueeren. Maar, indien het Paquetje of brief is blyven liggen (iets dat zeer wel mogelyk is) zo verzoeke ik het te rug omdat de brieven aan Couperus, Mevr. de Moor & den Heer van Bodegraaf, dan te oud van dagteekening zullen zyn om ze voort te zenden. Indien ik niet wist dat de grootste zielen de goedaartigste zyn, & dat Myn Heer Noordkerk my inderdaad lief heeft, ik zoude zo vry, gul & openhartig niet durven zyn als ik my in deezen toone; uw eigen Character is des myne Excuse. Och waard gy zo gezond als ik! Ik voel myn lichaam niet & ik weet voor my geen aangenamer staat. Nu zeggen myne Critiquen, dat is myne oordeelkundige vrienden, dat ik groote voortgangen doe. Hebbe onlangs gemaakt ScipioGa naar voetnoot1 daar hy met ter zyde stelling van alles wat hem bekoort de schoone Ismene haaren Indibilis grootmoedig afstaat, ook eene dankbetuiging aan d' eenzaamheid. Beide zeggen de Vrienden superieur & vooral heb ik den grootschen smaak van den Burgem. zeer getroffen, ik durve UwelEd.Gestr. die dingen niet zenden vreezende U te vermoeyen. 17 Juni by wel zyn zal ik het geluk en de eere hebben, UwelEd.Gestr. in den na middag myne opwagting te maaken; onze intentie is des avonds naar ter Gouw & zo naar Rotterdam te | |
[pagina 70]
| |
vertrekkken. Intusschen wensch ik U met een hart vol eerbied & liefde alles wat best is, my met alle opregte hoogachting noemende
Uw ootmoedige dienaresse
E. Wolff.
29 Mei in de verrukkelyke Beemster 1771. |
|