Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekend
[pagina 48]
| |
eene myner goede vriendinnen mede gegeven, is, zo ik by haar retour hoore, UwelEd.Gestr. op mynen naam bezorgt dewyl het jongentje daar zy thuis was, meende dat zy Juffr. Wolff moest zyn; omdat hy uit haar naam dien moest bezorgen, zo als hy van zyn kantoor kwam. Hier over ben ik eenigzinds verlegen, kunnende ik wel nagaan, dat UwelEd.Gestr. al was het slegts eene vliegende visite, van mynen pligt zoude geëischt hebben. Dog dit kleine abus weg zynde genomen, hope ik niet langer voor zeer onbeleeft door te zullen gaan, by iemand voor wien ik de volmaakste achting hebbe, & die my voor altoos aan zich verpligt heeft. Mahomet bevalt my ongemeen, dog het origineel niet hebbende, ben ik niet zeer instaat om te voldoen aan uwe geëerde orders. Het komt my voor dat men eenige cretiques zoude kunnen maken op zeker gebrek aan gladheid, & melodie, die, meer maal, stuit in 't leezen. Dog ik ben zo zeer ingenomen met het schoone, dat ik het gebrekkige gaarn in de schaduw laat. Vooral als een stuk tog reeds publicq is; & het van hun is die ik niet genoeg kenne om er myne gedagten over mede te deelen. 't Zal my lief zyn te hooren of UwelEd.Gestr. in dit met my over 't stuk, veel verschilt. Ik versta ook niet wel wat het is te zeggen: ‘Ik vloek hem met een' haat, die zyne loosheid tart.’ Het Titelblaadje is dunkt my zo fraai & natuurlyk uitgedagt, als ik in lange iets zag, & 't onderschrift uitneemende gelukkig. De Verwoesting van JeruzalemGa naar voetnoot1 zal, hoor ik, superieur zyn. De Heer Modderman heeft my geschreven, dat die groote dichteresse hem het stuk had voorgelezen, & dat het, naar zyn' gedagten, volmaakt schoon is. Één trek bevalt my zeer, ze zegt van de Joden, toen zy uit de stad gedreven werden: ‘Zy hadden moeds genoeg om traage voort te gaan.’ Wat spyt het my, dat ik nog niet kan deelen in 't genoegen dat de lectuur van zo een stuk moet geven! Alles met er tyd. Ik retoucheer, in gunstige oogenblikken, Walcheren, en gaare cretiques op by hen, die my met hunne goedkeuring vereeren. In Abizag begint zich eene zwarigheid op te doen niet wel weg te | |
[pagina 49]
| |
neemen. Indien ik namentlyk Salomon afschilder zo als ik geloof dat hy meriteert, als eenen door de vleyeryen van eene oude Maitres & list der Paapen, in prejudice zynes oudsten broeders ten throone geklommen, wat zal er te zeggen zyn by het domme volk (of deszelfs voorgangers, moet ik liever zeggen) omtrend de afkomst eens Persoons, die alle Christenen eerbiedigen. En evenwel te plooyen, dat gaat ook niet; te meer daar myn but is Adonia voor te stellen als het slachtoffer zyns jongen broeders heerschzucht en Abisag als.... een voorwerp onzer billike medelydentheid. Durf ik by occasie uw attencie eens op dit stuk vergen?
De brieven van Bielfeld verzoek ik tot de naaste keer te mogen houden, ze zyn zeer aangenaam. De Baron van KruyningenGa naar voetnoot1 heeft my present gezonden The fool of quality,Ga naar voetnoot2 de Gek van fatsoen, 5 deelen, een der beste schriften van dat soort, zo my voorkomt, zodat die goeye Heer denkt nog om my. Nu wy zyn Landslieden, zegt hy. Myn man gaat een week van huis, om te preken op eene Vacature, inpassant zou hy te Edam wardschippen. Dus solo, dog ik speel niet met myne gezontheid, in dit ruuwe weer. Denk eens aan my in myne solitude, & zo er iets komt in 't vervolg, houde ik my gerecommandeert. | |
[pagina 50]
| |
Leef tog lang en gezont. Myn ouwde Vader is voorleden 1 Dec. 75 geweest & nog gezond als een vis, dog - schryft hy - wat kreupel aan de voeten. Wy rekenen al weêr, nog maar 6 maanden, die zullen wel omkomen, dog intusschen doet my niets meer genoegen dan te mogen hooren, dat Gy wel zyt en my niet vergeet. Myne grootste ambitie zal altoos zyn my te mogen noemen
UwelEd.Gestr. ootmoedige en verpligte dienares
Betje Wolff.
Beemster, 14 Dec. 1770.
P.S. Dus de L'Orme heeft my, in persoon voorleden week komen betuigen dat hy zyn genoegen over myne vertaling van Craig & vooral over de Voorrede niet genoeg weet te uiten. Abizag gaat hier eens in d' eerste & afgebroken schets nevens. 't Begint my zo aftevallen, zou ik er wel aan voortgaan? |
|