Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekend
[pagina 30]
| |
XI. (Aan Mr. H. Noordkerk).WelEdelGestrenge Heer!
Ik zou niet wel woorden weten te vinden om UwelEd.Gestr. te bedanken voor de tedere zorgvuldigheid my betoont nopens de Voorrede.Ga naar voetnoot1 Schoon ik al twyffelde (& dat doe ik waarlyk niet) aan uwe meer byzondere goedheid voor my, uwen geëerden spreekt zo sterk, dat die zaak is afgedaan: permitteer my, intusschen, te zeggen, dat ik reeds van verscheiden lieden, ook van de publique Kerk, blijken van de hoogste goedkeuring hebbe ontfangen. Indien echter de Boosheid haar rol speelt, zy heeft my altoos ontschuldig beledigt; & deze Voorrede, zal, misschien, best instaat zyn, te toonen, waar om my zo veel chagrin is aangedaan, & waarom de laster zich niet ontzien heeft, mynen schuldeloozen wandel te bemorschen. Dat myne wyze van denken UwelEd.Gestr. behaagd, overtuigt my, dat ik wel denke. Het gunstig oordeel van een man als Gy, weegt, by my, alles over, wat de Partydigheid, op myne rekening zal durven stellen. De vrienden, &, durf ik het zeggen, de admiradeurs, die ik, sinds de uitgave van WalcherenGa naar voetnoot2 hebbe gekregen, zullen zeker een honet belang in my neemen, als ik absent ben. Men zal nu niet als voormaals alles durven doen, wat instaat was my dood te doen chagrineeren: men kent my thans - dit is in dit stuk genoeg. Hiernevens de geleende lectuur. Jammer dat zy, die niet onbekwaam zyn, hunne gaven en hunnen tyd op deeze wys besteden: 't is of de mannen het er op toeleggen om myne sex de occasie te geeven van te toonen, dat zy beter denkt, & verstandiger weet te kiezen. Mevrouw Decambon's vertaalingGa naar voetnoot3 moet zeer sober zyn, zo deeze het nog wind. Is het sujet ook wel heel gunstig? | |
[pagina 31]
| |
Ik hoore dat de Mahomet; (het meesterstuk naar myn gedagten, van Voltaire)Ga naar voetnoot1 excelent is uitgevoert. Heb het stuk maar ter loops te Purmerend gezien, zodat kan er niets van zeggen. Maar gy raad niet wie my met zyn bezoek verrast heeft? De Heer Radermacher!Ga naar voetnoot2 Zyn Ed. schreef my vrydag, dat hy tegens verwagting tot de Commissie was benoemt, & actueel te Amst., & dat hy des saturdag morgens vroeg zoude afkomen, om tot zondags namiddags te kunnen blijven. 't Speet my enigzinds dat myn domine van Huis was; doch ik kon, (& ook er was geen tyd,) om die reden geen fatsoendlyk man logement weigeren. Zyn Ed. behaagd my ongemeen, & zo aanstonds bevestigt hy, per missive, in zeer serieuse termen, het geene hy mondeling omtrend my geliefde te zeggen. De smaak is vry, 't kan zyn dat ik zo gelukkig ben om in de conversatie niet af te vallen, maar 't is iet zeldzaams als men met zeer hooge idees van iemand komt, nu, ik kan in myn eige zaak niet oordeelen. Dit weet ik, dat ik my zeer aangenaam gediverteert hebbe. Zyn Ed. is ruim 40 jaar, extra welgemaakt & vif, niet groot nog klein; niet fraai, niet lelyk. Hy heeft veel gereist, & gelezen; bemint de fraaye kunsten, & men kan zien dat eene vrouw die zich met geluk oeffent zyne idole is. Myn atlas heeft den avond zeer aangenaam helpen doorbrengen, hy admireerde zeer myne goede dog nog kleine verzameling van boeken, & zat, met het uiterste genoegen, enigen tyd in myn plaats op dat kamertje daar ik myn beste leeven verslyt, opgetogen over het schoone uitzicht over onzen tuin, & over de nette Beemster velden. De hupse man kon niet afzyn my te klagen dat hy ongelukkig was, schoon met een dame van rang (Burgem. BoogaertsGa naar voetnoot3 dogter) uit zuivere inclinatie getrouwt, & gezegent met schatten & kinderen. Dat lieve mensch is, van zeer resonabel onverdraaglijk fyn geworden. Ik moest lachen, (schoon 't my toch smarte,) om de beschryving die hy my deedt, hoe & door wie, & in wat hoogte dit alles was toegegaan, & nog continueerde. | |
[pagina 32]
| |
De oude Mevrouw Hurgronge,Ga naar voetnoot1 overleden zynde, was Mevrouw R. tot dame abesse geëligeert, & zo myn vriend Jobs gedult niet had, nevens een zeer goed hart, & medelyden met zyn lieve vrouw, 't zou voor hem zijn, om nog eens uit despratie een tour door Europa te gaan doen. Myn waarde Vriend, wat jammer dat niet alleen veele fouten in humeur of conduite, ons ongelukkig maken kunnen, maar dat zelf overmaat van kwalijk begrepen Godsdienst, een der ergste geezels is voor een man, gebooren om eene waarde, & beminde Vrouw in het huizelyke leeven zeer gelukkig te maken! En hoe menig man vervalt er tot volslagen deïstery, omdat hy eene vrouw heeft, die eene gekke kwezel is! Dit is niet ter ontschuldiging gezegt; maar men moest geene reden geeven. Wat denkbeeld formeert het gros zich tog van Het Opperwezen! En hoe groot is het vermogen eener vrouw die wèl denkt, & wel spreekt, indien zy de rede, & dus den waaren Godsdienst eere aandoet. Hoe is het echter mogelijk dat de Fymelary het temperament zo kan verbasteren! Ik bevat het niet! Dat men om God te behagen van zagt en vriendelijk, nors & aandoenlyk word, zelfs omtrend de bemindste & natuurlykste dingen! - maar ik zoude U te lang ophouden. Hoe danke ik God niet met vuurige liefde, voor dat gezond oordeel, dat hy my gaf, & dat my zal bewaaren (zo lang ik dat mag behouden) voor zulke groote & groove als lastige fouten. Adieu myn hoogstgeëerde Vriend, leef gezond en zo gemakkelyk als maar immer wenschelyk is - continueert in my lief te hebben & alle de onaangenaamheden myns levens zyn niet instaat het hart te bedroeven van Uwe allerverpligtste & tederst aandenkende Betje Wolff. 10 Oct. 1770, in de Beemster nog al solo. P. Ds. WesterhoffGa naar voetnoot2 heeft my zyne Predikatie voor 3 weken reeds gezonden; dit noodzaakte my zyn Ew. eenen Craig te zenden wilde ik niet onbeleeft zijn. Hy heeft my zeer obligeant geantwoord, dog ik maak op zulke menschen geenen staat altoos. Verzoeke vriendelijk adres voor het Paquetje aan Do. Loosjes. |
|