Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendIX. (Aan Mr. H. Noordkerk.)WelEdel Gestrenge Heer!
Ik geloove UwelEd.Gestr. te mogen zeggen dat ik al te wèl denke, om uwen geëerden van 30 passato niet den voorrang te geven boven alle de Nieuwejaarsbrieven, die ik ontfang van myne vrienden; & dat den eenvoudigen dog hartelyken van myn lieven Vader, my niet welkomer is. d'Almachtige zegen U! & schynt dit leven voor U thans weinig meer geschikt om UwelEd.Gestr. gelukkkig te maken, de Eeuwigheid nadert met groote schreden - wees daar gelukkig, & dat het denkbeeld, hoe nuttig gy hier de beste zoons van menschen zyt, u dit ellendig leven draagelyk maake! Wat eere my ook door zeer veele geachte persoonen worde aangedaan - in uwe Vriendschap, uwe dierbaare vriendschap roeme ik; & myn hart is zoo getoucheert van dat onverdiende geluk, dat het overvloeit in tedere dankbaarheid voor UwelEd.Gestr. Ik was nooit instaat die billyke gevoelens anders dan door woorden te betoonen; dog ik mag zeggen, dat dit myn schuld niet is, & ik hoope dat UwelEd.Gestr. my nooit gedenkt dan als eene persoon die zó gevoelig is voor uwe goedheid, als die goedheid van iemant regt heeft te vorderen. | |
[pagina 23]
| |
Myn lieve waarde man heeft UwelEd.Gestr. (toe ik hem zeide dat UwelEd.Gestr. zyner zo vriendelyk gedagt,) met traanen in zyn oogen, alles doen toewenschen wat zulk een waardig voorwerp zyner hoogste achting, & en zeide hy, de vriend zyner uitmuntende vrouw (zyne eige woorden) verdient; wy zaten aan tafel toen Uwen geëerden my gebracht wierd; hy schonk in, & zeide ‘dit op de gezontheid & het genoegen van dien waaren man’ - ik heb hem hier om wel duizent kussen gegeven, och ik ben zo gelukkig! & hoe veel ben ik uwen wyzen raad redevabel voor dat Geluk! God geve dat ik zo blyve als ik nu ben; & wat kan ik wenschen? in de achting & vriendschap van U, van U, die by alle braave lieden hoogst geacht zyt! - ik ben voldaan. O konden wy, (onnutte meubels in de waereld!) U wat van onze gezondheid mededeelen! hoe gelukkig was Amsteldam. Onze lieve DykgraafGa naar voetnoot1 zeide, (in zyn visite die hy ons deedt:) wy kunnen Myn Heer Noordkerk niet misschen; er is niemant die zyn WelEd. kan opvolgen. Hoe vaart die waarde man tog? Ik was zo vereert met die vraag, onderstellende dat ik d' eer had van met UwelEd.Gestr. correspondentie vereert te zyn, dat zyn WelEd.Gestr. zeide hoe UwelEd. zich bevond; gezond maar elendig. Zyn goed hart was aangedaan over dat bericht. Mag ik my vleyen dat ik, zo lange gy tot het welwezen der menschen hier tegenwoordig zyt, zal vereert blyven met die vriendschap & die correspondentie die al myn roem is? Immers zo lange als ik die verdien door deugdzaam te denken & te doen? Myn atlas wordt alledaag gesupleert, ik verzoeke by occasi de lysten daar van eens te moogen zenden aan UwelEd.Gestr. Myn Heer RadermacherGa naar voetnoot2 fourneert altyd wat. Zyn Ed.Gestr. komt in mai hier logeeren. 't Is my in myn ziel leet dat zulk een edel mensch niet gepersuadeert is van la religion crétienne. Wy zyn daarover in brede Correspondentie, zyn Ed. schreef me onlangs 11 zyen vol, ik heb ze beantwoord & ik geloof dat zyn WelEd.Gestr. zien zal, dat oeffening & overtuiging my een Christen maakt; & dat ik Voltaire in verscheide stukken naar verdienste beantwoord hebbe, althans | |
[pagina 24]
| |
zyn Ed. zegt: ‘dat ik juist redeneer, groote belezentheid moet hebben, & dat hy nooit instaat is te beantwoorden de liefde die ik toone in hem van dwaling tot waarheid te brengen.’ Thans vertaale ik voor zyn Ed., uit het Engels, het werkje van myn goeden vriend Craig, thans Predicant te Glasgow, ten titel hebbende: Het leven van Jezus Christus, de Proeve zyner Godlyke zending.Ga naar voetnoot1 Dien Heer is een man van d' eerste waereld, zyn Vader de Bourgem. is by ons bekent geweest als een Protestants Republicain. Myn vriend; want dus verzoekt hy my by my bekent te zyn, is de eenige zoon der familli, zyne zusters zyn aan onze eerste lieden getrouwt, hy heeft Europa met verstand & niet als een Petitmaitre gezien. Is getrouwt, dog zegt dat zyn vrouw, (de dogter van Burgm. Bogaart te Rotterd.) sedert enigen tyd onder de super super fynen behoord, & dat dit hem kwelt, wyl hy ziet, dat reden en fynheid volstrekt disaccordeeren! Hy is een der grootste muzik kunstenaars, (dat weet ik,) die thans bekent zyn; hy is bekent voor een zeer verstandig man. Zyn Buitenplaats is een Paradys, en door hem zelf geordoneert, hy heeft veel goed, & drie kindertjes, is voor in de veertig jaaren, geacht, & bemint in de zedelyke Waereld. Ik hebbe zulk een volmaakt vertrouwen in UwelEd.Gestr. dat ik meende u dit eens te moeten schryven & ik verzoeke wanneer myne Vertaling in 't net geschreven is, u die eerst te mogen zenden. My dunkt dat het volmaakt geschikt is, om een mensch, dat tergoeder trouwe twijffelt tot reden te brengen. Zyn Ed. verlangt zeer om het te zien, & zegt: ‘ik heb zulk een soliden oordeel & zulke zachte gevoelens in u ontdekt, dat het by my attenci mereteert wat van u komt.’ De verdediging der Christelyke Religie, by Meester Stackhouse, zal daar op volgen; schoon ik hem al half afhebbe!Ga naar voetnoot2 Hoe gelukkig is een Christen! hy weet in wien hy gelooft & waar om hy het gelooft. Dit leven mooge of chagrinant of vrolyk | |
[pagina 25]
| |
zyn, zyne hoope is gegrond niet in dit leven; maar in de barmhartigheid van God in Christus! hier namaals eeuwig. Adieu, waardigste, zo wel als tederstbeminde Vriend! denk in gunst aan uw, wel zéér onvolmaakte, dog echter zeer dankbaare & liefderyk aandenkende Betje Wolff.
2 Jan. 1770.
Verzoeke gunstig adres voor de inleggende. Adieu, uit grond van myn hart lieve vriend, adieu! |
|