in aanmerking komen, als men van redelyke schepzels spreekt. Juffrouw Brunier betekent ook zeer weinig. Daar blyft des niemand over, dan het Meisje, waar van ik u, met een woord reeds in myn laatsten, iets meldde. Ik kan niet ontkennen, dat zy niet lelyk is; men moet toestaan, dat zy veel geest heeft; doch wat man als de Heer Edeling kan zyn oog laten vallen op zo een Pop; nog geen twintig jaar; en veels te woelagtig voor een man, die denkt.
Is het echter, ma chere van Kwastama, niet wat vernederent, voor une fille comme moi, dus hulde te moeten doen aan eene hartstocht, die ik dus lange, met versmading, en als beneden de edelheid myner natuur zynde, hebbe beschimpt. Ik bloos over myne zwakheid; wat helpt het my? Zedert ik den lieven man gezien heb, ben ik zo ongeschikt voor myne Studiën, als van te voren voor het Toilet.
De Essay on Men zelf kan myn aandagt niet overmeesteren: Het Algebraïsche voorstel, dat Madame Cléambure my, ter bewerking, gezonden heeft, ligt nog, zonder een a + b = c. van myne hand er by gevoegt te hebben: Enfin! de Hollandsche dreun is toch waar:
De Wysbegeerte leert ons wel
Om onze driften te betomen;
Maar als de Liefde komt in 't spel,
Is 't met de Wysheid omgekomen.