dreun ik, of 's Lands welvaart daar aan hing. Hoeneer, myn lieve Voogd, komt gy toch t'huis? Wat heeft de oude Juffrouw Willis my een Brief geschreven! och, wierd ik ook nog eens zo eene vrouw!
De jonge Heer Edeling, (de koopman,) bezoekt ons dikwyls. Wat is dat een braaf verstandig man! en wat hoor ik hem gaarn met Juffrouw Buigzaam redeneeren! Hy zegt, dat hy myn Heer Blankaart kent, dat's goed! nu kan ik eens met iemand over u spreken. Vaarwel, myn geëerde Voogd. Ik ben
Uwe gehoorzame Pupil,
Sara Burgerhart.
PS. Pieternel, die by ons gedient heeft, heeft my verzogt, u van haar de dienstpresentatie te schryven.