Economische liedjes(1781)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] Het fiere meisje. Wys: Annette, à l'age de quinze ans. Al wat ik zie noopt my tot vreugd, Ik ben in 't prilste myner Jeugd; 'k Heb alles wat myn hart begeert, Ik heb Vriendinnen, Die my beminnen; Wat of my deert? Ik ken, helaas, my zelve niet! Een stil, een onbekent verdriet, Maakt my voor alles wat hier is Zo onverschillig! Kom, ik ben grillig, Ja, dat's wel wis. [pagina 153] [p. 153] Myn schoon Clawier blyft onbespeelt, Hoewel de tyd my zeer verveelt; Ik heb geen aandagt als ik lees; En om te zingen, Moet men my dwingen: Ik vrees, ik vrees! Maar neen, dit past geen jongemaagd. 't Is waar, dat Damon my behaagt: Maar zou dat anders kunnen zyn? Zo fraai van leden? Zo heusch van zeden? Dat heeft geen schyn. 'k Wil niet beminnen; neen, zo waar. Men zegt, de liefde is vol gevaar. Ik lach wat met het blinde kind: 'k Bemin myn herder Ook nimmer verder, Dan als een vrind. [pagina 154] [p. 154] Hoe! zucht gy nog? gevoelig hart! Wat geeft toch voedzel aan uw smart? 'k Neem Damon in myn vriendschap aan, Wy zullen beiden, De kudden weiden, En t' zamen gaan. Maar zo Clorinde eens denkt als gy, En zyne vriendschap waardig zj? Indien zy, wandlend door het groen, Uw oog ontweken, Te zamen spreeken; Zal 't u voldoen? Indien zy aan uw vriend iets schenkt, Op dat hy haar daarby gedenkt; Neem eens een lint, een bloem, een strik; Zal 't u behagen, 't Hem te zien draagen? Wat's dit? ik schrik! [pagina 155] [p. 155] ô My! wat rilling door myn bloed! Ja! zo hy haar eens minzaam groet; Zo hy haar schoon gelaat ten prys, Een Lied zal speelen;- Misschien haar streelen! Ik beef, ik ys! 'k Weet, dat my Damon liefde draagt, Dat niemand hem zo zeer behaagt; Zyne oogen zeggen 't keer op keer: 'k Moet hem verliezen, Of, voor my kiezen: 'k Bemin hem weer! Myne oogen, doet hem niet verstaan, Wat in myn hart is omgegaan; Hoe zyne Cloë hem bemint. 't Waar overbodig, En nog onnoodig. 'k Noem hem nog vrind. Vorige Volgende