Economische liedjes
(1781)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 17]
| |
Zamenspraak, tusschen Cristiaan, Jan en Pieter.
pieter.
Broêrs, dat kan onmooglyk lukken,
Vader wordt zo oud, zo zwak;
In de jaaren die hem drukken,
Heeft hy geen het minst gemak.
'k Ging hem met myn Wyf bezoeken,
Hy at ongerezen koeken,
'k Weet, de man die lust ze graag,
Maar hy is zo zwak van maag.
| |
[pagina 18]
| |
Kon het Vaders leet vermindren,
'k Nam hem aanstonds in myn huis;
Maar een Kuipery, en Kindren,
Dat geraas, geklop, gedruisch,
Zou den ouden man verveelen,
(En de kindren moeten speelen,)
'k Weet ook, dat myn' lieve Vrouw,
Vader heel graag hebben zou.
jan.
En myn Vrouwtje durft wel zeggen,
Dat ik Vader nemen moet;
Maar hoe wy het overleggen,
Hoe wy 't schikken, 't is niet goed:
'k Heb myn huis vol kleine springers,
Levenmakers, Liedjes zingers,
Elk van hen is even druk;
Vader raakte van zyn stuk.
| |
[pagina 19]
| |
christiaan.
Piet, zo jy me, al was 't ook morgen,
Een goed wyf beschikken kan,
Dan zal ik voor Vader zorgen;
Of weet jy er ook een, Jan?
Vader zal dan by my woonen,
'k Zal voor alle drie hem loonen;
Kinderzang loopt geen gevaar,
Weet gy, in het eerste jaar.
jan.
Hoor eens, Pietbroêr, jy hebt duiten,
En ik ben ook wel by kas,
Zou uw Vrouwtje wel besluiten,
(Stel eens, zo het nodig was,
't Zou zo vreeslyk hoog niet loopen,)
Om voor hem de kost te koopen,
Op Sint Joris, daar de man
Goede dagen hebben kan?
| |
[pagina 20]
| |
pieter.
Of myn Wyf dat ook zal smaaken!
Ze is een regte Vader gek.
'k Weet, dat zal haar regt vermaken;
Liever leedt zy zelf gebrek,
Dan den Ouden te zien klaagen,
In zyn' zukkelige dagen,
'k Denk, Jan, dat jy haar wel kent,
Geven is haar element!
christiaan.
Hou! 'k wil ook myn portie schenken!
Ben ik niet een vry persoon?
Wat of toch die Broêrtjes denken!
Win ik ook geen kostlyk loon,
Alle weken negen gulden?
Zie, ik zal 't ook geenzins dulden
Dat het buiten my geschied:
Acht ik ook myn Vader niet?
| |
[pagina 21]
| |
pieter.
Recht zo, Broêrtje, jy zuit geven;
('t Was ook zo al overlegt!)
Vader gaf aan u óók 't leven;
En gy zelf zyt Meesterknegt.
Dus behoef je niet te schroomen,
Dat je zo ligt vry zult komen,
Maar wy weeten, goeye Cris,
Dat uw aart als d' onzen is.
jan.
'k Hoop, dat Vader maar zal willen!
Hy is al wat veel gestelt
Op zyn' vryheid, en 't bedillen
Daar hy is, heeft hem gekwelt.
Elk wil gaarne meester wezen
In een Kosthuis, dat's myn vreezen;
Heer, en Juffrouw, wie 't ook zy,
Yder oeffent heerschappy.
| |
[pagina 22]
| |
pieter.
'k Dagt al, waar mag Jan tog blyven,
Heeft hy nu geen zwaarigheên?
Vader kan zyn tyd verdryven,
In gezelschap, of alleen.
Die hem kent moet hem beminnen;
Hy weet elk voor zich te winnen:
'k Wed, dat ge op Sint Jorishof,
Nog zult hooren tot zyn lof.
jan.
Tweemaal 's weeks moet Vader eeten
By my en by u, hoor, Piet;
Want, schoon ik meen wel te weten,
Dat men op dat Hof geniet
Goede wel bereide spyzen;
('k Heb de kost steeds hooren pryzen,)
Zyn zy voor een man, zo oud,
Wat te grof, te zwaar, te zout.
| |
[pagina 23]
| |
christiaan.
Hoor, jelui kunt Vader haalen,
Twee of driemaal 's weeks te gast.
't Zakgeld dat zal Cris betaalen,
'k Loof dat my dit meest ook past.
't Is vergeefsch op gunst te hoopen;
Die geen geld heeft, kan niet koopen:
't Is om duimkruid, 't is om poen,
Daar, als overal te doen.
jan.
Cris, wil ik u eens wat zeggen?
Maar je weet het mooglyk al!
Dat jy, hoe jy 't aan moogt leggen,
Toch niet schatryk sterven zal,
Ja, 'k zal nog den dag beleven,
Dat je u zelven weg zult geven.
Zeg eens, jongje, heb jy 't geld
Ooit op regten prys gesteld?
| |
[pagina 24]
| |
christiaan.
'k Ben nog nooit te kort gekomen;
'k Loop in kolfbaan noch in kroeg;
'k Heb er 't myne van genomen;
o 'k ben ryk: ik heb genoeg!
Zou myn geld, naar uw gedagten,
Hooger Intrest kunnen wagten,
By een ander, dan nu ik
Daar van iets voor Vader schik?
pieter.
Hoor, wy hebben een humeuren;
Crisjebroêr, jy hebt gelyk.
Onzen Vader op te beuren
Maakt ons vrolyk, maakt ons ryk.
Kon nu onze Moeder weten
Hoe wy ons voor Vader kweten,
'k Loof, dat dit de vroome Vrouw
Na haar dood verblyden zou.
|
|