en walter wint geld als water, en naatje zal op een gouwen troon zitten, ziet gij, zo zegent de Heer de braave menschen, en om dat zij zo eene oprechte vriendin was van keetje, zal het haar welgaan: en Mejuffrouw de groot heeft mij gezegd (want zij is heel vrij met mij, en ik met haar,) dat haar Zoon trouwen zal met dat Engelsch meisjen, zodra hij in zijne zaaken en wat ouder is: nu dat 's goed, als 'er niet getrouwd wierd zou Amsterdam gaauw uitsterven; en onze braave frans zal ook wel op zijn voeten neêrkomen, de Heer zal ook voor hem zorgen, om dat hij zo een braaf kind is, en zijn Ouders zo bemint en gehoorzaam is, en om dat hij zo veel van mijn' man hieldt, en zo bedroefd over hem is, dat hij nog niet van hem kan hooren spreken: dat het ondeugend vrouwspersoon dood is, doet mij recht deugd: hoor Zuster! zij was nog tien percent erger dan haar Broêr, die ook dood is, zo als Juffrouw hofman mij verhaald heeft: ja, ja, boontje komt altoos om zijn loontje, en dat zij zich zelve heeft te kort gedaan kan heel wel zijn, want zij geloofde in Hemel noch Hel, en zal gedacht hebben, als ik dood ben kan mijn man mij niet in een Verbeterhuis plakken, dat moet haar tog niet aangestaan hebben, die Caronje! En nu denk ik eens naar Rotterdam te gaan, bij mijne oude, trouwe vriendin; zij zal mij wel een kattebakkes geeven over kee-