Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut. Deel 5
(1796)–Aagje Deken, Betje Wolff– AuteursrechtvrijBetje Wolff en Aagje Deken, Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut. Deel 5. Isaac van Cleef, Den Haag 1796
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3679 E 7
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het vijfde deel van Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut van Betje Wolff en Aagje Deken uit 1796.
redactionele ingrepen
p. 233: Jnffrouw → Juffrouw, ‘te doen weeten; Juffrouw Greenwood was reeds’
p. 244: Cornllia → Cornelia, ‘Juffrouw Elizabeth Stamhorst, aan Juffrouw Cornelia Wildschut’
p. 348: natnur → natuur, ‘verliest hij den aart onzer natuur niet uit’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II en 388) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. I)]
Historie
van Mejuffrouw
Cornelia Wildschut;
of,
De gevolgen der opvoeding;
uitgegeven
door
E. Bekker,
Wed. Ds. Wolff,
en
A. Deken.
[Niet vertaald.]
Vierde deel.
in 's Graavenhaage, by
Isaac van Cleef,
mdccxcvi.
[pagina ongenummerd (p. 385)]
Inhoud van het vijfde deel.
Eerste Brief. De Heer Pieter Stamhorst, aan zijne zuster. Ten antwoorde op den tweeden brief van dezelve. | 1 |
Tweede Brief. De Heer Cornelis de Groot, aan zijne Moeder. | 18 |
Derde Brief. De Heer Cornelis de Groot, aan Juffrouw Anna Hofman. | 30 |
Vierde Brief. De Heer Jacob Lenting, aan den Heere Paulus Wildschut. | 34 |
Vijfde Brief. Juffrouw Anna Hofman, aan den Heere Cornelis de Groot. | 45 |
Zesde Brief. Juffrouw Anna Hofman, aan den Heere Reinier Walter. | 52 |
Zevende Brief. Mejuffrouw Maria de Groot, aan haaren Zoon. | 53 |
Agtste Brief. Juffrouw Elizabeth Stamhorst, aan haaren Broeder. | 65 |
Negende Brief. Juffrouw Magdalena Klinkert, aan haare Moeder. | 81 |
Tiende Brief. Juffrouw Elizabeth Stamhorst, aan Juffrouw Anna Hofman. | 105 |
[pagina ongenummerd (p. 386)]
Elfde Brief. Elizabeth Stamhorst, aan Juffrouw Maria van Veen. | 123 |
Twaalfde Brief. De Heer Reinier Walter, aan Mejuffrouw Maria de Groot. | 147 |
Dertiende Brief. Juffrouw Cornelia Wildschut, aan Juffrouw Elizabeth Stamhorst. | 182 |
Veertiende Brief. Juffrouw Petronella Aalders, aan Juffrouw Cornelia Wildschut. | 197 |
Vijftiende Brief. Juffrouw Anna Hofman, in antwoord op den voorgaanden. | 205 |
Zestiende Brief. Juffrouw Anna Hofman, aan Juffrouw Elizabeth Stamhorst. | 211 |
Zeventiende Brief. Mevrouw Jacobi Wilhelmi, aan den Heere Abraham Blondel. | 230 |
Agttiende Brief. Juffrouw Elizabeth Stamhorst, aan Juffrouw Cornelia Wildschut. | 244 |
Negentiende Brief. Mevrouw Elizabeth Stamhorst, aan dezelfde. | 255 |
Twintigste Brief. Dezelfde aan de Heeren Walter en de Groot. | 257 |
Een- en- twintigste Brief. Mevrouw Elizabeth Stamhorst, aan Mejuffrouw Maria de Groot. | 263 |
Twee- en- twintigste Brief. Mevrouw Fransina Wildschut, aan den Heere Jacob Lenting. | 266 |
Drie- en- twintigste Brief. Antwoord op den voorgaanden. | 274 |
Vier- en- twintigste Brief. Mejuffrouw Maria de Groot, aan Mevrouw Elizabeth Stamhorst. | 280 |
Vijf- en- twintigste Brief. Juffrouw Elizabeth Stamhorst, aan Mevrouw Petronella Klinkert. | 299 |
[pagina ongenummerd (p. 387)]
Zes- en- twintigste Brief. Antwoord op den voorgaanden. | 315 |
Zeven- en- twintigste Brief. De Heer Reinier Walter, aan Juffrouw Anna Hofman. | 332 |
Agt- en- twintigste Brief. De Heer Cornelis de Groot, aan zijne Ouders. | 370 |
Negen- en- twintigste Brief. Mejuffrouw Maria de Groot, aan den Heere Reinier Walter. | 373 |