ik ben weinig minder dan woedend, over haare behandeling omtrent hem, en te meer om dat zij hem aldus behandelt, in spijt van haaren altoos alte toegeevelijken vader.
En zo eene dochter als gij zijt had ik ook kunnen hebben! - mijne aandoeningen overmeesteren mij te zeer; ik kan niet voordschrijven - keetje wildschut is verloren, voor zig zelve, voor haaren vader - en zij was zulk een engelachtig kind, aleer - aleer zij bedorven wierd - ik moet schielijk afbreeken; alleen; keetje wil niet naar Buiten; ook niet met haare moeder, en om die te verpligten - Duizend groeten aan allen, ik blijf:
Uw doodlijk bedroefde, doch hartlijk lifhebbende Oom
wildschut.