Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut. Deel 2
(1793)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 336]
| |
lieve naatje!Gij komt dan niet eens aan? wel heden! ik heb al drie dagen te vergeefsch op u gewacht, zo dat, ik weet niet wat er aan scheelt dat gij niet komt, en daarom laat ik u weeten als dat voorleden saturdag de lieve waarde Mevrouw lenting hier is aangekomen: gij moet haar zien, mijn lieve hofman! och wat eene beminnelijke vrouw is dat! ik houd dol veel van haar, en Mame niet minder: zij is heel vrolijk, en, al is zij niet gezond, geen ziertje kribbig, of zo: ik ben sedert saturdag nog geen voet uit geweest en de tijd verveelt mij niet met al: en wat is zij kundig en huislijk! ja naatje wij mogen wel wat van haar leeren: haar Broêr is hier nu of hij zal er komen; hij houdt schrikkelijk en vreeslijk veel van haar, en zij van hem, en Mama zegt dat dit een goed teken is: Juffrouw sadelaar is uit de stad voor eenige maanden, ik meen na haare ziekelijke moeder; ei lieve groet haar eens | |
[pagina 337]
| |
voor mij; ik verlang zodanig na Mevrouw lenting dat ik uitschei met schrijven: ik ben
Uwe vriendin,
keetje. |
|