Aan mynen geest
(1774)–Betje Wolff– AuteursrechtvrijBetje Wolff, Aan mynen geest. T. Tjallingius, Hoorn 1774
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
British Library Londen, signatuur: BLL01017150136
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Aan mynen geest van Betje Wolff uit 1774.
redactionele ingrepen
p. 8: geklyk > gelyk: ‘Zo we ons niet gelyk onderscheiden’.
p. 20: Bruilotfszangen > Bruiloftszangen: ‘Maak Bruiloftszangen, maak Lykvaerzen, of behaagt’.
p. 21: maaken, > maaken,’: ‘Ik kan geen Lykzang maaken,’’.
p. 24: MynGeest > Myn Geest: ‘Myn Geest moest hier met recht zig d'overwinning schaamen:’.
p. 24: ‘gy > gy: ‘(Wat dolheid!) tart hen uit; gy zegt: ‘'t is razerny’.
p. 29: gadeloozen > godeloozen: ‘dit ontstak in hun dien godeloozen moed’.
p. 39: Vaderland! > Vaderland!’: ‘Ten nutte strekken aan ons dierbaar Vaderland!’’.
p. 39: reden, > reden,): ‘ge uw hoofd niet meê? wat goed, (en 't is met reden,)’.
p. 49: van van > van: ‘Ik ken uw hart; 'k ben van uw zucht voor my bewust.’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de pagina's met advertenties (57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
AAN MYNEN
GEEST.
HEKELDICHT.
DOOR
E.WOLFF, geb. BEKKER.
Hier agter is gevoegd:
De MORGENGROET der VRIENDSCHAP.
Te HOORN,
By T. TJALLINGIUS.
MDCCLXXIV.