Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

[BM15] Er komt iemand bij mij, dien 'k nimmer zag

Overlevering

C^1: Carnet H-63, p. 47v.

C^2: Carnet H-90, p. 5r.

M^1: Manuscript H-94,7.

T^1: De gids 91.iv (november 1927), p. 188. /33/

P: Drukproef D H-99,41.

M^2: Manuscript H-101,32.

M^3: Manuscript H-104,8.

T^2: De gids 92.iii (september 1928), p. 308. /36/

D: Het berg-meer, p. 41.

Datering

3 september 1927.

Ontwikkelingsgang

I

Het gedicht was oorspronkelijk de slotstrofe van de eerste volledige versie van het voorafgaande ‘Ik weet: ik berg iemand in mijne woon’ [bm14]; zie hiervoor de ontwikkelingsgang van dat gedicht.

C¹ is als bron vermeld omdat het gedicht beschouwd moet worden als een resultaat van het daar genoteerde idee; zie voor de tekst in C¹ de ontwikkelingsgang bij [bm14].

Hieronder zijn in het variantenapparaat alle versies van ‘Er komt iemand bij mij, dien 'k nimmer zag’ opgenomen, dus ook voor zover het gedicht deel uitmaakt van de totale tekst met [bm14], zoals het geval is in C², M¹, T¹, M³ en T²; alleen in P, M² en D is sprake van een afzonderlijk gedicht.

II

M¹ is kopijhandschrift voor T¹ geweest; M³ is kopijhandschrift voor T² geweest.

Varianten en correcties

		(C^1	niet opgenomen)
1	C^2-T^1	-	Er komt iemand bij mij dien 'k nimmer zag,
	P	◦	|	|
	M^2, M^3	-	|	|
	T^2	- -	|	|
	D	◦	|	|

[p. 617]

2	C^2		en	uit	der	mate	vriendlijk,		en die	zegt:
	M^1, T^1		|					|	die mij	|	|
	P	a	|								|
		b	[]	[uit]-[der]-[mate]			[				]
	M^2-T^2		||	uit	der	mate	|				|
	D		||		uit-der-mate		|				|

3	C^2		‘Ik berg iemand in mijne woon.
	M^1-M^2		‘Gij weet		,	ik berg iemand in mijne woon.
	M^3, T^2		|	|	:	|	|
	D		|	|	,	|	|

5	C^2	a	Ik zie hem niet, maar		ik ben in hem begaan,
		b	[	]	[ben in hem begaan,]
	M^1-D		|			|	.

6	C^2-T^1		Ik ken hem, en hij is mijn liefst bezit.’
	P	a	|					|
		b	[				]...[']
	M^2		|				|.’
	M^3	a	|	|		niet
		a	[	]	,	en hij is mijn liefst bezit.’
	T^2		|	|	◦	|		|
	D		|	|	,	|	|...’

7	C^2-T^1		Ik	durf niet zeggen dat die vreemdling liegt.
	P	a	|		|
		b	-[Ik]	[	]
	M^2-T^2		◦ Ik	|	|
	D		- |		|

8	C^2		Ik durf niet zeggen dat zijn gast de mijne is.		Ach,
	M^1		|			|!
	T^1		|	|	Och!
	M^2-D		|	|	Ach!

9/10	C^2		[strofewit]
	M^1, T^1		[geen strofewit]
	P	a	[geen strofewit]
		b	[strofewit]
	M^2		[geen strofewit]
	M^3-D		[strofewit]^+

+ [r. 1-10 is r. 51-60 in C²; r. 1-10 is r. 54-63 in M¹, T¹, M³ en T²]

Zetfouten

T^1	r. 7: vreemdeling | vreemdling
T^2	r. 3: mijn | mijne

Noten

^1	Van het gedicht verschenen vertalingen in het Duits en het Frans.