Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 712] [p. 712] Sub jugo dat is voor L. Billiet - En bukkend onder 't juk, en slepend hunne keten, als wilde dieren, menschelike dieren, gaan ze, de oogen blikkeloos, de borst verpletterd, aan de doornen van den weg het lijf vaneen gereten... En, bukkend onder 't juk, doortrekken zij d'orkaan des levens, - zonder doel of hoop, en zonder veeten of liefde: niet bekend, vergeten, gansch vergeten, Bewusteloos vervolgend hunne levensbaan 't zij in den zonneschijn, 't zij langs de moddersloten... Wat geeft het hun, die diep-rampzaalgen uitgesloten, Ofdat de zonne lacht - ofdat de noordwind loeit: Zij bukken onder 't slavenjuk, zij zijn geboeid Aan 't dwanggareel van 't werk; - hun is de vreugde ontnomen, Hun is de hoop ontzeid, hun zijn geen zoete droomen. door Erik Monck 1894 Vorige Volgende