Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 668]

[Eenvoudige arbeid, als een brood dat geurt en blankt]

 
Eenvoudige arbeid, als een brood dat geurt en blankt...
 
 
 
- Gij, die, waar ge om het vroomst geluk geen god en dankt,
 
verlatenheid betaalt met een te late boete:
 
het schoone koren aart onnoozel aan uw voeten;
 
er is een paard dat neit, maar trekt; er is een os
 
die trekt; van duizend nijvre vooglen ruischt het bosch;
 
en als gij, straks, vol wrok en opgekropt negeeren,
 
maar nóg te trotsch voor de eedle biecht, naar huis zult keeren:
 
zie, daar staat uwe vrouwe in zorge en derenis
 
om uw vreemd leed, dat door geen min te weren is,
 
gij, bittre, die u-zelven bant uit de eigen vrede...
 
 
 
- Weêr is een dag van vrome weelde wrang verleden.
 
Het schoone koren aarde onnoozel; ieder deed
 
in onbewuste vreugd zijn doening, waar ge schreedt.
 
Maar gij, die lijdt en rouwt om ál te zeker weten;
 
gij, die in luidste vreugd geen lijden kunt vergeten
 
en in het lijden éerst een schampre vreugd belijdt:
 
gij walgt voor de eêlen troost van schaemlen arrebeid,
 
te trotsch nóg in het leed der machtelooze boete...
 
 
 
- En de ándren oogsten 't graan dat aart voor úwe voeten.

Vorige Volgende