Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 587] [p. 587] [Ik ben geen wakkre lente of een gezwollen zomer] Ik ben geen wakkre lente of een gezwollen zomer; 'k ben later dan de herfst die huiverend verzijpt; ik ken 't gewrocht niet van den buik die, loom en loomer, bij harde stampen voor een helder baren rijpt. Geen kinder-mondje lacht bij 't spelen van mijne oogen, en 'k sluit mijne oogen op den dankb'ren avond-brand. Maar 'k heb een hart dat blankt om weigerend meêdoogen en lang-verzaakte logen van zoenen op mijn wang en rozen in mijn hand. Vorige Volgende