Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 574]

[Nog vóor de glans van een dagen]

 
Nog vóor de glans van een dagen
 
beglijdt en wascht mijn gezicht,
 
voel 'k over de waetren geslagen
 
schamp-schichtige scheuten van licht.
 
 
 
Aan den broozen boog van de bronnen,
 
op de koele kaalt van het wad,
 
schiet een klaarte, uit diepten geronnen,
 
in schervelen opengespat.
 
 
 
Nog komt geen morgen verbleeken
 
de wake der ochtend-beê:
 
reeds blanken de bibbrende kreken
 
en het logge ontwaken der zee.
 
 
 
Nóg kroest geen kreevlen de zwaarte
 
der woelige hemel-vacht:
 
reeds welft het water een klaarte
 
den navel uit van den nacht.
 
 
 
- Gestegen, ben ik gebleven
 
de bezwaarde van goud en lood.
 
Is vloeiën dan 't eenige leven?
 
Is al 't gedeegne de dood?
 
 
 
o Wateren zonder gedenken,
 
o wateren zonder waan
 
die de steêgste korsten zult drenken
 
tot ze zelf in waetren vergaan;
 
 
 
o waetren waar alle verstarren
 
in eigen vernietigen zakt,
 
tot de ziekte van willen en marren
 
in effen lichten vervlakt;
 
 
 
verzijpe, o waetren, de schorre:
 
zij bevestigt het teeken der baar,
 
en gij laat geen gelaat verdorren
 
of het blijft van uw weemlen klaar,

Vorige Volgende