Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 519] [p. 519] [Waarom verwijt ge mij de paden te verlaten] Waarom verwijt ge mij de paden te verlaten die, van hun eigen blik verlicht, de menschen gaan? De zee klotst om haar-zelf en, zonder baak of bate, weet in haar slappen kom haar eindloosheid te slaan. Ik heb geen doel, mijn God, dan van Uw wil geboden. De zee slaat aan de maan de maat van allen tijd. Ik ga geen wegen dan, misschien, den weg der dooden. En 't is de weg der eeuwigheid. Vorige Volgende