Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 515] [p. 515] [Die mijn linker-hand omvingert] Die mijn linker-hand omvingert laat mijn rechtre vlak en leêg. Heel de herfst stolt in den wingerd; heel mijn hart is heet en veeg. Heil'ge koppigheid van 't lijden: geene hoop meer om me-zelf; slechts wat zonne bij 't verscheiden en wat maan in 't laatst gewelf. Neen: mijn eindlijk stoelken zetten aan den rand waar de afgrond gaapt... - Maar Gij zult mijn blikken betten met Uw duister, en beletten God, dat de ooge weent of slaapt. Vorige Volgende