Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 506] [p. 506] [Wat weet gij van kwetsuren] Wat weet gij van kwetsuren, die niets en moest verduren dan, lollend, stamp of stoot? - Ik kwispel van de kuren, mijn leven door, der Dood. Ik ben, die draag mijn smarten als kostelijke parten die 't listig lot me speelt, en die, om 't lot te tarten, niet huilen zal, maar kweelt. Ik ben, gebenedijde, die koestert 't bloedig lijden dat heel zijn vleesch doorrot, om 't, hooploos schier, te wijden aan 't weigeren van God. Want heeft Hij mij verwezen, met pijne in poot en peeze, met kilte in lende' en leên, als bij geboorte een weeze op een verlaten steen; want zou Zijn wil mij plaatsen als laatste der melaatschen op den verlaatsten kei: nóg zou ik mij niet haasten te weiflen tot ik schrei. Waar 'k immers, rotte pure, (wat weet gij van kwetsuren?) trotseer de felste proef, tot dat ik van verduren dien guren God bedroef, dien guren God bedroef. Vorige Volgende