Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 495] [p. 495] [Nimmer zult ge 't licht beletten] ‘Nimmer zult ge 't licht beletten, bij den nieuw-geboren dag 't zee-gewemel uit te zetten tot een eindloos sterren-rag. Nimmer zult ge 't leven weren, of een vogel raakt uw ruit die van hongerend ontberen maakt een zoet en schoon gefluit. Nimmer zult ge liefde ontkennen, of uit de oogen van een kind zult ge in angst en armoê kennen dat ge u-zélf te zeer bemint. En gij zult uw lijden moeten leeren smaken als een vrucht waar, gerijpt, elkaêr ontmoeten, zwaar en louter, aarde en lucht.’ Vorige Volgende