Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 487]

[De zee wacht. Maar ik doe mijn deure dicht]

 
De zee wacht. Maar ik doe mijn deure dicht.
 
Het grollend tij, dat stuwend stuift in vlokken,
 
en schuivend de ebbe in recht-geschilferd licht
 
ontvangt mijn luim op mokken en op hokken
 
en de' effen wrok van mijn gezicht.
 
 
 
Dag; nacht; gewoel der heemlen; zee die praamt;
 
gelaat der aard dat barst van innig branden:
 
ik voel uw koorts ter leêgte mijner handen;
 
het is in u dat mijn verlangen aêmt;
 
maar 'k loochen u tusschen mijn tanden.
 
 
 
'k Heb u genoten. En 'k heb u gedorscht
 
opdat na licht en schaaûw, na graan en zemel,
 
ik 't baatloos glanzen kenn' van ijl gewemel.
 
Thans ben ik, in de ontstentenis van dorst
 
en honger, geeuw van zee en hemel.
 
 
 
Want ik ben naakt van klaarte en naakt van 't git
 
des sterren-nachts, ik die weleer zou rijden,
 
een rustig ruiter, op de maat der tijden.
 
Thans zwelg ik, in 't steeds meer beperkt bezit
 
der schemer-woning van het lijden.
 
 
 
Bedwelming van het teêr-gekoesterd wee:
 
ik weet, 'k heb eindelijk me-zélf betreden.
 
't Verleên ommuurd; van drab omwald het heden;
 
geen wegel; en ter deure alleen de doove bede
 
van wie daar leed nog meer dan 'k leê.

Vorige Volgende