Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 395] [p. 395] Verzen aan zee en in een tuin [pagina 397] [p. 397] [Ik ben niet minder dan wie met een sterk gelaat] Ik ben niet minder dan wie met een sterk gelaat de ijlt' en de guurt' van nacht en ochtend tegen-gaat. Ik ben niet méer dan wie op holt van schuine schuiten zich-zelven vaart te buiten. o Dreigement van een ontstellend-stuursch gebaar: 'k vergooi me-zelf, mijn God, en 'k weet: 't en is niet waar. Ik ben de domme en luide zee, die slaat de dijken en nadert, om te wijken. Vorige Volgende