Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 286] [p. 286] [De koelte neigt den avond over] De koelte neigt den avond over; en waar ik wijle, uit zwoelen dag in 't zwenken van 't gezonken loover, voel 'k, in den donkerenden toover van licht en schaâuw door 't trage rag der blaêren, 't sterven van mijn lach. Ik wacht. Ik heb de stille pijne dat ik den heelen dag u wacht. En, onder 't huivrend avond-kwijnen, voel 'k om mijn mond de strakke lijnen waar, wijl ik nóg te hopen tracht, het sterven van mijn hope in lacht... Vorige Volgende