Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 275] [p. 275] [o Gij, mijn vreeze en mijn begeert] o Gij, mijn vreeze en mijn begeert, die naar mijn duisterheid u keert zooals een donkre roos, geklaard in 't deemster van een kamer, staart en zwelt, en zwoelt van reuk, en raakt van doornen-felp mijn handen-naakt: - mijn mond kan overvloedend zijn, mijn hart kan moede en bloedend zijn van wrang herdenke' of wenkend leed; - - maar weêre gij dan, goed en wreed... Vorige Volgende