Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 258] [p. 258] [Zoo als een roos, een groote brooze roos] Zoo als een roos, een groote brooze roos, de blaêren laag gezegen, roereloos en bleek, ter rijz'ge lijn der glazen lijze: - zij legt, als teêr-dooraêrde schelpen, traag haar zijgens-reede krone-blaêre', en vaag laat de oude dag zijn licht er dralend dijzen; - want, waar om alle wezen deemster wéek, is daar, dat dralig-keerend, diep en bleek het kallem schemer-duister talmde en marde: - zóo, vreezig haast van vreemde en zaal'ge vreê, de roerloos-bleeke en welkende avond-zee in 't duister wachten van mijn aarzlend harte. Vorige Volgende