Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 203] [p. 203] II Einders [pagina 205] [p. 205] [De stille zonne daar ik zit, voor mijne woning] De stille zonne daar ik zit, voor mijne woning, in de oude lijste van een groene en roode veil; van al de bloemen op mijn mond de milde honing, en in mijn hart van al de dagen 't vrome heil; een witte roze aan mijne krage, en voor mijne oogen de weiden en de Leië in lagen zonne-brand; van mijne vrouwe in mij het zorgend mededoogen, en van mijn zoontje op mijne wang de koele hand; - ik voel een rijpe traan diep uit mijn binnenst rijzen van verren heimwee en gevréesd geluk, misschien; ik laat op mijn moede oog de lange wimpers dijzen; - maar als ik ze open, zult ge er zonnen stralen zien... Vorige Volgende