Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 144] [p. 144] [o Lampe, waar de kelk der stille vlamme ontluikt] o Lampe, waar de kelk der stille vlamme ontluikt, ter ure dat mijn moe gedoe het wrange ruikt dat zeeme-fleemend waart der hangende avond-geuren, - ik zie naar laatste paars de ronde schaaûwen kleuren die thans ten duistren nacht ónschuivend rusten gaan; - o Lampe, allengerhand zie 'k rijp-vergelend staan uw stille vlamme, en, om mijn moedelooze handen die werken in alle ijdelhede', uw vréde branden, o Lampe... En de oude dag zou einde' in de' ouden angst, - en ware 't dat uw glans met nieuwe glore en glansd' in de oogen van de gade, uit wier vergrootende oogen het kínd me aanschouwt, dat heeft in haren schoot bewogen en zulk verwachten in ons beider beiden roert... - Lampe, mijn hand is sterk, die zúlke liefde voert. Vorige Volgende