Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] De voor-spelling het vermoeden Vijand van wie bemint, hoe zijn uw trage zorgen? de man o Zatte bekers van mijn leven!... het vermoeden En uw schijn? de man Ik wilde voor me-zelf een dóoden gód te zijn... het vermoeden Maar keert uw beeld zijn aanschijn niet naar iedren morgen? de man Ik voel de winden die me telken morgen brengt, en hoe de dag mij rafel-staêgen regen plengt, en 't weenen van het uur door mijne moede woorden, en de armoê van mijn hande'... het vermoeden En hoe de beken boorden door 't droge en warme land dat geene rust en kent? de man Ik heb de kudden van mijn lust ten stál gemend... [pagina 104] [p. 104] het vermoeden Onzinn'ge! Zie: gij draagt het licht van alle zonnen! de man Neen, rustelooze: ik heb het eindlijk huis gewonnen dat 't vreemd geluk van lusteloos verwachten geeft. Wars van mijn leven, ben 'k die van 't verbeiden leeft dat nóoit geschiedt; en blijf, bij 't wijlen zeer geláten, wachte' op 't bezoek dat 't leven naar zijn doel moog lei'n... En weze het de Dóod... het vermoeden Het zal de Líefde zijn. Vorige Volgende