Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] I [pagina 89] [p. 89] Ernstige liederen [pagina 91] [p. 91] [Gekomen met een zoeten mond] Gekomen met een zoeten mond waar kindsheid heen ons zingen zond als blijde bedelaren, was onze honger goed als brood, en zagen we in tergloozen nood een makker onzer jaren. Maar 't leven sloeg, met stille speer, in ieders zij de een eigen zeer. Wij hebben 't bloed gezógen; een lách heeft onzen smart gekoeld; - maar w' hebben in de wond gevoeld 't geraamte van ons logen... Aldus, van 't zinken wél bewust in 't drab van onze' onzaal'gen lust, met jammrig-nutlooze armen, gaan we door 't misten onzer jeugd, - barmhartig om ons koele vreugd en lieflijk-wrang erbarmen. Vorige Volgende