de helft werden verwoest, om van verdere sporadische verwoestingen te zwijgen. Die rol werd trouwens nog over andere ambten verdeeld, terwijl de ‘Union des Villes’ eveneens krachtdadig optreedt. Intusschen werd haar werk verschaft door omstandigheden, die aan den oorlog niet, dan in éen geval, te wijten zijn.
Dat éene geval is de schenking, die de markiez in Arconati-Visconti, uit bewondering voor het geteisterde land, aan den Belgische staat deed: een middeleeuwsch slot dat, misschien wel heel erg opgeknapt, in de geschiedenis van dit land eene belangrijke rol heeft gespeeld, en, te Gaesbeek, gelegen is in een domein van haast vijftig hektaren. De Belgische staat heeft natuurlijk met dankbaarheid aanvaard. Daar Gaesbeek op slechts korten afstand van Brussel ligt, heeft men een, helaas weer duur, ontwerp ter studie genomen, dat het slot, langs een breede laan, electrisch met de hoofdstad moet verbinden. Aldus komt weêr, aan de poorten van Brussel, gemakkelijk en in weinigen tijd te bereiken, een brok openbare natuur te liggen, dat den gordel groene weelde, die Brussel omringt, wat dichter toesluit.
Maar dit is niet de eenige aanwinst van na den oorlog. Het Zoniënbosch, dat sedert eene eeuw in omvang steeds geringer werd - al moet men er zich zelf thans geen al te armoedige voorstelling van maken, - het Zoniënbosch recupereert zijn vorigen omvang. Reeds vroeger wist men te redden wat overblijft van de Ter Kameren-abdij. Kort geleden kocht de gemeente Ukkel een uitgebreid eigendom aan, het Wolvendael, dat weer een openbaar park wordt, aan de grens van het bosch, op den weg van het heerlijke Linkebeek. Doch, er is beters.... als de openbare besturen