met de borstbeelden, de borstbeelden van bekende overleden academie-leden waarvan Hugo Verriest zegt dat hij ze steeds minzaam groet als hij de academiezitting gaat bijwonen. Men mocht - dit tusschen haakjes - er even voor zorgen dat voor de volgende zitting van de Academie Verriest zijn heer ende meester Gezelle in figuur groeten kan in plaats van den bloempot, die nu prijkte op de zuil, welke den eerbiedwaardigen naam van den dichter draagt. Ze leken wel blij die ouderen, elkaar na jaren weer te zien; de begroetingen waren hartelijk.
En even hartelijk kwamen zij van de bestuurstafel. Die Vlamingen kunnen toch alles huiselijk en gezellig doen, en dat in de eerste koele stemming, die in de zaal hing tusschen de portretten van koning Leopold II en Albert als jongen prins en boven de hoofden van velen, die voor de eerste maal de congressen bijwoonden.
Allerhartelijkst was de verwelkoming voor de Nederlanders. Dr. Jac. Van Ginneken, die zou komen namens Letterkunde van Leiden, zagen wij niet. Wel den ouden Vlamingen-vriend Dr. Muntendam uit Amsterdam, die het Nederlandsch Geneeskundig Tijdschrift vertegenwoordigde, de eerbiedwekkende en innemende figuur van Dr. C.P. Burger van Amsterdam, die er was in naam van de Hollandsche Philologencongressen en Prof. Dr. A.J.P. van den Broek den ijverigen Volksuniversiteiter, die de Vereeniging Het Nederlandsche Natuur-en Geneeskundig Congres vertegenwoordigde.
Beide laatste hebben, namens de Hollanders, de verwelkoming in uitstekende termen beantwoord. Dr. Burger in een geestige toespraak, waarin hij meedeelde dat hij als in bedevaart naar Vlaanderen gekomen was, dat hij het