de bevestiging van een volksrecht en het zal wel voldoende zijn hier de namen over te schrijven van den liberalen Franck, minister van koloniën, Royers, Homans en Neven, de socialisten C. Huysmans, Doms, De Schutter, Eekelers, Bouchery en zelfs den Waal Demblon, de gekozenen der Frontpartij en Christen-Democraten: Borginon, De Beuckelaere, Maes, De Clercq en Van Opdenbosch, die zich allen op de uitdrukkelijkste wijze ten gunste van het wetsvoorstel Van Cauwelaert-Huyshauwer verklaarden, om de onjuistheid dezer bewering te bewijzen.
Ook van het wetsvoorstel tot gebruik van het Nederlandsch als ambtstaal in de Vlaamsche gewesten kan hetzelfde gezegd worden, daar het de onderteekening draagt der heeren Pussemier, Van Cauwenbergh, Claes, Colaert (katholieken), Royers (liberaal) en Doms (socialist). Het zou mij te ver brengen, hier uitvoerig over dit laatste voorstel uit te weiden.
Voor dit maal meen ik met het volgende résumé te kunnen volstaan: In de provinciën Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen, Limburg, de arrondissementen Leuven en Brussel (de stad Brussel en de gemeenten Brussel, Anderlecht, Molenbeek, Etterbeek, St. Gillis, Elsene, St. Joostten-Node, Laken en Schaarbeek uitgezonderd) moeten alle officieele stukken, uitgaande van de staats-, provincie- en gemeentebesturen in het Nederlandsch gesteld zijn; ook de bestuursbriefwisseling met particulieren, staats-, gemeente- en andere besturen moet in het Nederlandsch geschieden. Te Brussel en omstreken moeten alle berichten tweetalig en de briefwisseling met particulieren of besturen in het Nederlandsch zijn, als deze het verlangen.
Vermoedelijk zal de bespreking van deze voorstellen