bewijst het meer, dan knapheid? Er is hier meer literaire pudeur dan in het overige werk van Bernstein. Maar rechtuit gezeid: hadde ik waarlijk genoten, zonder de geniale soberheid in het spel van Férandy? Hij is het, die van de hoofdrol iets maakt, dat pakt, die er eene ziel in blaast; die vermoeden doet, wat van het gegeven te maken zou zijn, indien ‘l'Elévation’ niet tot een drama, maar tot een roman was geworden, of, als drama, geschreven zou zijn door G. De Porto-Riche.
Dezes ‘Amoureuse’ verdient, met al de decadentie waarvan het getuigt, classiek te heeten, zooals Baudelaire's ‘Fleurs du Mal’ dat waardig zijn. Juist omdat het literair zoo belangwekkend, zoo kieskeurig en tevens zoo nieuw, zoo persoonlijk en zoo algemeen is. Is er iets moeilijker dan voor tooneel te schrijven, dan is het, dit met de eigen gemoedstaal te doen. De personen van Porto-Riche zijn scherp omlijnd en diep doorgrond: zij spreken nochtans de taal van hun schepper, en dit zonder er iets van hunne individualiteit bij te verliezen. Het evenwicht van het werk, het gevoel van welbehagen, dat het in al zijne tragiek teweegbrengt, heeft sommigen aan Racine doen denken: ik ben de eerste niet, die dezen naam naast dien van Porto-Riche noem. Bij dezen laatste - het dient er aan toegevoegd - gaat het literair geweten misschien nog dieper, uit het zich vooral in persoonlijker taal....
Ik noem Racine: ik heb gelegenheid Gluck te noemen en het zal u niet verwonderen, dat ik het met welgevallen doe, nu de gelegenheid mij daartoe geboden wordt. Want ook de ‘Muntschouwburg’ heeft, tot ons grootste genoegen, weer zijne deuren geopend.
De ‘Muntschouwburg’ geeft ons overkort een drietal