hooping: die vliegen geven mij nog kippevel als ik eraan denk. En denk ik verder, dat zij op de aardbeien, die binnenkort de markt zullen vullen, gezeten konden hebben, dan zou ik zeker van een geliefkoosde geneugte afzien... indien ik niet wist dat bedoelde oorlogsvliegen allang dood zijn, en ik van vliegenherediteit nooit gehoord heb. En nu zijn er natuurlijk ook aan de Yser vliegen, gelijk er ratten zijn, duizenden loopgraafratten, zeer geschikt voor het verbreiden van pest. Maar (en dit is nu wel heel egoïstisch, maar, gij geeft het toe, toch streng logisch): de West-Vlaamsche oorlogsvliegen geraken nooit tot aan Brussel, niet meer dan de ratten, waar men ter plaatse zelf wel voldoende wapenen tegen zal hebben...
Asperges, salade, aardbeien: de Erinyen der Brusselsche huishoudkunde. En men vraagt zich af, hoe het toch komt dat water en vleesch vooralsnog buiten verdenking zijn kunnen blijven, water dat toch ook het voertuig van kwadelijke bacillen kan zijn, vleesch, waar de vliegen bij voorkeur hun eieren in plegen te leggen! Het drinkwater van Brussel geniet echter een reputatie.... gelijk ik er een toewensch aan elk jong meisje, en dat het beter dan vele jonge meisjes verdient. Wat het vleesch betreft: het wordt zoo schaarsch, en daardoor voor velen zoo begeerlijk, dat men veel door de vingeren wil zien.
Met dat al worden deze verschrikkingen overheerscht door eene andere, van meer intellectueele orde, iets waar zij niet te minder op wordt: de verschrikking van het dubbele muntstelsel, waar wij in België onder bukken. Wij rekenen hier, gij weet het, met franken en met marken. Wel te verstaan: een echte zilveren frank hebben wij in geen maanden gezien, en een dito mark is bijna even