met zachtheid.
- ‘Deze, waar de kommissie der XXXI waar gij deel van uit maakt, zich mee bezig houdt’, was het antwoord.
- ‘Wel, deze kommissie heeft haar oordeel bekend gemaakt’, aldus Woeste; ‘het land weet niet wat grondwetsherziening is.’
Ziedaar, voor het parlementaire tijdvak, dat begint met den tweeden Dinsdag van November, de houding van den heer Woeste en van zijne vrienden; die van hardnekkigen tegenstand. Andere leden van de regeeringspartij, waaronder er zijn, die tot de regeering zelve behooren, zullen minder gehoor geven aan mogelijke eigene neigingen, en denken, dat de klerikalen te Soignies het onderspit hebben moeten delven, omdat zij geen tweeden kandidaat bezaten, die de kieshervorming in demokratischen zin genegen was. Socialisten en christen-demokraten weten maar al te goed, dat enkelvoudig algemeen stemrecht, naar de meest eenvoudige formule, in 1916 ‘l'enjeu de la bataille’ zal zijn, gelijk ‘Le Peuple’ het uitdrukt. Wat de wijzigingen betreft, hare houding in de toekomst zal worden bepaald door het dubbele feit, dat zij het in de provincie Luik moesten afleggen tegen socialisten en in de provincie Henegouw tegen katholieken. Die twee provinciën zijn nijverheidprovinciën. Zoo zij er weinig of niet vooruitgingen, veel minder althans dan elders, het is dat hare tegenwoordige houding tusschen kapitaal en arbeid nog niet zuiver genoeg is. Te Waremme sloeg de weegschaal over naar den arbeid; te Bergen, de eenige plaats, waar de regeering eenigen vooruitgang maakte, werden de vrijzinnigen gewaarschuwd tegen al te veel toegevingen door de stemmen die klerikalen verzekerd bleven. Het bewijst,