[1914]
Parsifal
Brussel is slechts één dag bij Parijs achter gebleven met de groote repetitie van Parsifel, en dit was de Muntschouwburg aan zich zelf wel verschuldigd, bestuurd door een onzer beste Wagnerkenners, Maurice Kufferath, die met Judith Gauthier den Franschen tekst voor deze Brusselsche vertooningen leverde, is het Théâtre de la Monnaie, lang voor welke andere schouwburg in Frankrijk, de tempel van het Wagnerisme in landen van Fransche taal geweest en gij weet dat nog steeds, nu Wagner overal heeft getriumpheerd, ieder jaar ten onzent een reeks modelvertooningen met de beste krachten der wereld worden gegeven, die ook uit Frankrijk vele toehoorders lokken.
Aldus werd hier een publiek aangekweekt, zelfs onder de burgerij, dat voor Parsifel rijp was, en andere redenen had dan louter snobisme om gretig naar de ‘avant-première’ van het meesterstuk te gaan luisteren. Voor een bijzonder schitterende zaal ging dus de eerste vertooning, die, ik verhaast mij het te zeggen, een triumph is geweest. Parijs had ons Otto Lohse, den gewonen dirigent onzer Wagnervoorstellingen, afgenomen. De jonge Georges Lauweryns had de zware taak der leiding aangedurfd en hij heeft er zich met eere van gekweten, in zooverre dat allereerste lof ongetwijfeld naar het orkest moet gaan, dat met blijkbare liefde en ongewone zorg de partituur heeft ingestudeerd. De in de laatste jaren bijzonder goed geschoolde koren hebben in Parsifal wonderen verricht; hunne vertolking doet men hun nergens na. Wat de hoofdrollen be-