u dan op de uitvoeringen van prix de Rome-cantates. Zoo heel veel kost het niet, en gij wint er heel wat gerustheid bij des gemoeds. En zulk muzikaal oefenwerk nu, dat niet anders bedoelt dan bewijs te leveren van eenige muzikale knapheid, juist genoeg om de ettelijke duizenden franks mee te krijgen voor eene reis rond de muziekwereld, geniet sedert gisteren de eer, in vleesch en been, o ja, gematerialiseerd te worden op de planken, die, na deze van de Parijzer Opera en Opéra Comique, gelden als de meest betrouwbare van alle, waar in het Fransch op gezongen wordt.
In de schoone decors, met uitnemende ‘krachten’, heeft de Muntschouwburg dus lichaam gegeven, en een menigvuldig lichaam nogal, aan eene cantate. Ik verhaast mij eraan toe te voegen, dat zij van Claude Debussy is, hoe dan ook zijn allerbeste werk.
‘L'Enfant Prodigue’, waar het hier over gaat, en waarvan de Aria voor sopraan: ‘L'année en vain chasse l'année’, naar ik vernam ook in de Hollandsche concertzaal gepopulariseerd werd, is dan de prix de Rome-cantate van Debussy. En rechtuit gezeid, er is tusschen dit aanvangswerk, dat berekend was op het bewijs van technische kennis, en den onvergelijken ‘Pelléas’ nogal eenige afstand. Men bedenke echter, dat Debussy het werk dichtte in 1884, als nog zeer jong kunstenaar. En men verplaatse zich nu maar eens in dat jaar 1884. Terwijl het, zeven à acht jaar oude ‘Carmen’ zijne plaats begint te veroveren, verbluft ‘Lakmé’, de oppervlakkige opéra-comique van Léo Delibes, als het allernieuwste ‘Sigurd’, van Reyer, dat het Wagnerisme, niet zonder strijd, op Franschen bodem definitief in moet voeren, zal eerst het volgende jaar